‘Waar
de blanke top der duinen!’ ‘Breng mij naar Amsterdam terug!’ ‘En breng mij terug
naar die oû Transvaal, daar waar mijn Sarie woont!’ ‘Ik hou van Holland, mijn
mooie Holland!’ ‘Luid nu o klokje luid voort!’ ‘Bergen-op-Zoom, houd u vroom!’
‘Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein zijn naam is klein!’ ‘Ferme jongens, stoere
knapen!’ De mannen trachten het krachtige nationale bewustzijn van de vrouwen te
breken: ‘Waar de meisjes zijn, waar de meisjes zijn’; zij krijgen geen kans. Een
paar vrouwen trachten door te breken met: ‘Houd 'r de moed maar in; Houd 'r de
moed maar in!’ Zij krijgen geen kans. Nationaal is troef: de harten hangen
onwrikbaar aan Nederland. De produktie mag lijden, maar de harten zijn warm,
gloeiend. De zanglust luwt; het gaat tegen het eind van de morgen. Van zeven tot
een is lang! In een koude barak. De speelsheid, de kunstzin krijgt de overhand:
mannen zitten uit proppen zilverpapier mannetjes-op-sokkels, grote sigaren te
boetseren, vrouwen de letters van haar naam, een beugeltje voor een handtas,
mandjes, spoortreintjes, bloemvaasjes, kruiwagens, spreuken. Het zilverplukken
is een monotone bezigheid; goed voor imbecielen. Snauw ze maar eens af en zeg ze
maar eens, dat dát niet gaat, dat de produktie op peil moet blijven. Terwijl je
jezelf verkneukelt in deze gezellige sabotage. Wij begrijpen elkaar veel te
goed, zonder woorden, met een knipoogje. Verjaardagsvisite in barak 84, de ouden
van dagen. Als verjaardagscadeau meegebracht een takje zelfgeplukte katjes van
een boom in het kamp. Anderen hadden als cadeau meegebracht: een paar veters,
een potje niven, een nagelborsteltje, een pakje wc-papier,
stukjes chocolade of suikerwerk. Getracteerd op een stukje appeltaart.