Maandag 6 september
De resterende kampbewoners hebben zich verzoend met de gedachte, dat zij
tenslotte toch nog een reis naar Polen of Duitsland zullen moeten doen voordat
zij aan hun bevrijding toe zijn. Ten eerstle zijn zij er algemeen van overtuigd,
dat het einde van de oorlog ophanden is, zodat zij geen vrees meet koesteren
voor hun leven. Ten tweede zijn zij, wie de voorkeurspositie van de alte
Kamp-Insassen een doorm in het oog was, met hun lot in zoverre verzoend, dat zij
niet meer het gevoel hebben dat er met twee maten wordt gemeten. Voor de alte
Kamp-Insassen is het besluit echter een harde slag, omdat zij er nog altijd half
op gerekend hadden, dat zij in ieder geval de oorlog in dit vrij gemoedelijke
kamp zouden hebben gehaald en dat zij niet wederom zouden worden gestoten uit
een soort maatschappelijke verhouding, waaraan zij zich hadden gewend. De
Nederlandse Joden verliezen thans een steen des aanstoots voor hun ergernis
tegen de Duitse Joden, die opnieuw met hen tezamen in de smeltkroes worden
geworpen. De ergernis van deze aard miste tenslotte zijn grond als men er
bijvoorbeeld rekening mee houdt, dat zich in Barneveld een groep Joden heeft
kunnen handhaven in een bevoorrechte positie en het aantal Duitse Joden in
Westerbork slechts een onbeduidende fractie vormt van het totaalaantal, dat in
Duitsland heeft gewoond en dat, evenals de Nederlandse Joden, voor het grootste
deel naar Polen is gezonden voorzover het niet in concentratiekampen is
gecrepeerd of op andere wijze gestorven. Intussen is er sprake van, dat ook de
Barnevelders naar Duitsland zullen worden doorgezonden en op doorreis hierheen
komen. Zo gaat tenslotte de rest van de Duitse en Nederlandse Joden hetzelfde
lot tegemoet, worden zij toch op een hoop geworpen, of dat in Auschwitz,
Theresienstadt of Midden-Duitsland is.