In dépôt
(1964)–Philip Mechanicus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 145]
| |
op zekere dag trekt men de touwtjes strak aan. Aan een meisje vroeg hij: ‘Na, und Sie?’ ‘Ich hab' mich geirrt in der Flöte.’ Gegrinnik. ‘Ik zie, u is juriste.’ ‘Jawel.’ ‘Da werden wir für Sie eine Hochschule für Flötetöne bestellen.’ Ik moest mijn Lagerkaart laten zien en werd in een kladboekje opgeschreven. De od-er fluisterde mij in het oor: ‘Ik moet u wel opschrijven, want Pisk is juist langs gegaan en die heeft het gezien.’ ‘Man, schrijf op en scheur straks het velletje er maar uit. En anders zal ik wel zien.’ Vanmiddag om twee uur precies - pünktlich stond in het oproepingsbriefje - moest ik in de od-kazerne voor Pisk, de piraat, persoonlijk verschijnen. Griezelig, voor het opperhoofd van de Joodse Gestapo van de Duitse Gestapo te moeten komen. Viel erg mee. Er waren meer overtreders dan ik alleen. Pisk vroeg, achter een lessenaar in een grote zaal zetelend, haast gemoedelijk: waarom bent u niet op tijd binnen geweest? Ik antwoordde: ‘Omdat ik het eerste waarschuwende fluitsein niet had gehoord, toen ik in het huis van een vriend te praten zat.’ Pisk wierp mijn Lagerkaart aan zijn helper naast hem toe en verwees mij met de hand daarheen. Dezer dagen is er in een decreet aan herinnerd, dat de od-mannen in dienst de Lagerpolitie vormen en dat iedereen verplicht is, de aanwijzingen van de od te gehoorzamen en wel zonder tegenspraak, op poene van strenge straf. Toen hij vijf of zes ordeschenders had verhoord, hield hij een kort toespraakje in het Duits: ‘De commandant wil, dat de ordebepalingen stipt worden nageleefd. Deze keer volsta ik met een waarschuwing. Wie zich opnieuw aan overtreding schuldig maakt, krijgt met de Obersturmführer persoonlijk te doen.’ Zich tot zijn adjudant wendend: ‘Volgend partijtje.’ Ik kon gaan. Alweer een poppenkast-toneeltje beleefd. Degenen, die gemengd-gehuwd zijn geweest en kinderen hebben, zijn voorlopig geregistreerd. |
|