ontvouwd omtrent wat zou
kunnen geschieden om de spanningen tussen de Nederlandse en Duitse Joden weg te
nemen. Het ziet er naar uit dat bij het eindigen van de oorlog Westerbork het
terrein zal worden van moord en doodslag. Dat kunnen de Joden zich niet
veroorloven. De buitenwacht gelooft dat wij hier gemeenschappelijk lijden en in
onze ellende solidair zijn. Het zou beschamend voor ons zijn, wanneer hij moest
bemerken dat het bij ons niet anders was dan bij de ss. Wij
mogen geen onvermijdelijke rancunes scheppen, die na de oorlog de Duitse en
Nederlandse Joden van elkaar zouden vervreemden en die in de weg zouden staan
aan een behoorlijke regeling van het Joodse vraagstuk. De Joden mogen niet hun
eigen rechter spelen. De conflicten, die er bestaan, rechtvaardigen in de meeste
gevallen de veten niet, die worden gevoed. Een Nederlands-Duitse
contactcommissie zou moeten worden gevormd om de gedachte te verbreiden, dat de
Nederlandse en Duitse Joden hun veten moeten begraven en om zonodig een
organisatie te scheppen, die, in geval van nood, zou optreden om daden van
geweld te voorkomen. Haast was in verband met het naderen van de vrede geboden.
Schlesinger was het met deze denkbeelden eens en uitte de wens, dat ik mij zou
belasten met het bijeenbrengen van een aantal Nederlandse Joden, die mijn
opvattingen deelden en bereid waren met hem te confereren. Daarin zou mijn
functie bestaan. Trottel uitte de vrees, dat de Obersturmführer, wanneer hij van
bovenbedoelde beweging de lucht kreeg, dat niet goedsmoeds zou opnemen. Hij vond
het nodig, de commandant van het plan op de hoogte te stellen en zijn
toestemming te vragen. Overigens: zonder machtsmiddelen kon men het denkbeeld
niet uitvoeren en wapens mocht men niet bezitten. Schlesinger: wanneer ik met
deze zaak bij de Obersturmführer aankom, vraagt hij me: wie zijn degenen, die
met moord- en wraakplannen rondlopen? en zendt ze op transport. En ik wil
niemand op transport sturen. De commissie behoeft niet de naam van commissie te
dragen, ze behoeft ook niet officieel te zijn. In de commissie moet ook een
vertegenwoordiger van de od zitten. Trottel moppert en zegt:
ik zeg niets meer. Sputterend verlaat hij het bureau. Stevige hand tot afscheid
van Schlesinger, die in zijn handdruk zijn fysieke kracht en zijn
vastberadenheid laat uitkomen.
Bezoek aan bonenlezerij. Een honderd Joden zitten bonen te lezen ten behoeve van
de Nederlandse regering. Bij elke boon een vaderlands lied: ‘Waar de blanke top
der duinen’, of ‘In een blauw-geruite kiel’. Op de achtergrond de villa van de
Obersturmführer buiten het kamp met vlak in de nabijheid een erf met honderd
hanen, die ten behoeve van de tafel van de commandant gehouden worden en gemest
worden met het afval der bonenlezerij. Vlak in de nabijheid een barak