Zondag 4 juli
De transportlijst is weer in aantocht, er gaat weer een siddering door de
gemoederen, in alle hoeken en gaten vormen zich apartjes en wordt weer
gefluisterd. Bekend is geworden, dat de ziekenhuizen deze keer tweehonderd
niet-teruggestelde patienten moeten afleveren en dat voor elke patient minder
drie man van het verplegend personeel op transport gaan. De vorige keer waren
vierhonderd patienten geëist, er werden slechts tweehonderdzevenenvijftig
geleverd. De schrijver van dit dagboek heeft officieus aanzegging gekregen, dat
hij deze keer ook op de transportlijst voorkomt. Hoogst onaangename tijding.
Juist gisteren uit Amsterdam bericht ontvangen, dat pogingen in het werk worden
gesteld om mij op de lijst-Puttkammer geplaatst te krijgen en aldus een rode
stempel voor mij te verkrijgen. Het is voor mij een dubbeltje op z'n kant.
Vandaag is O. jarig. Vanmiddag met dokter Bloch een partij schaak gespeeld, die
naar mijn mening voor mij glad gewonnen stond, maar die ik verloren heb. Dat
heeft mij gehinderd.