Vrijdag 28 mei '43
Vandaag een nieuwe broeder gekregen, die zich aan alle honderd patienten op zaal
heeft voorgesteld en hun een handje gegeven. Zeer ongebruikelijk op Westerbork,
waar een broeder komt en gaat, zonder meer. Klaarblijkelijk een fatsoenlijke
kerel. En een beroepsman, dat is 'm aan te zien. Pas aangekomen. Hij ziet er
kraakzindelijk uit: hagelwitte verplegersjas, die blinkt en schittert tegen de
smerige, gore jassen, waarin de meeste andere broeders rondscharrelen. Gebrek
aan zindelijkheid. Sinds gisteren schoonmaaksters op zaal in plaats van
schoonmakers, die op transport zijn gegaan. Zij staan onder leiding van een
hoofdman, every inch a gentleman, hoog, aristocratisch gebouwd, kaarsrecht, die
letterkundige aspiraties heeft en van wiens hand ik een toneelstuk onder mijn
kussen ter lezing heb. De schoonmakers plachten praatjes, en
vaak vervelende, praatjes tegen de patienten te houden; nu houden de patienten praatjes, en vaak vervelende praatjes, tegen de
schoonmaaksters. Wat een weelde voor het oog jonge, aardige vrouwen, die
goed-gekleed rondgaan, de een in een broek, de andere in rokken. Roosjes in een
zandvlakte! Ze gedragen zich dapper. Ze zijn niet verbitterd, maar hebben
galgenhumor. Hun devies is: ze krijgen er ons niet onder, nóóit! Ze vegen en
schrobben, alsof ze nooit anders hadden gedaan: elk pannetje, elk paar schoenen,
elk stoeltje, elk pak kleren verplaatsen zij angstvallig om géén stofje te laten
liggen, geen plekje droog te laten. Had je die boenders van schoonmakers moeten
zien: met de Franse slag hoor! Hoe lang zullen de vrouwen haar plichtsopvatting
op dit hoge peil handhaven. Op bezoek geweest bij kamparts v.d.R. Woont in een
kamertje van ± zestien m3 met vrouw,
volwassen zoon en dochtertje. Vertelde mij, dat hij vandaag een geval van poging
tot zelfmoord heeft gehad: moeder en twee kinderen. Tijdig ingegrepen en op
vrouw psychisch ingewerkt. Aantal zelfmoorden groot: gemiddeld vier per week. In
mijn barak heeft een week of zes geleden een man van ongeveer zeventig jaar een
poging gedaan om door ophanging een eind aan zijn leven te maken. De
tachtigjarige moeder van een mijner vrienden heeft dezer dagen bij aankomst te
Westerbork door het innemen van medegebracht vergif zelfmoord gepleegd. Dokter
v.d.R. was sterk onder de indruk van de ellende waarvan hij dagelijks getuige
is, en van de wekelijkse transporten. Hij achtte Engeland medeplichtig aan het
lot en de vernietiging van de Joden, omdat het, ofschoon wetende wat er gaande
is, niet met meer kracht ingrijpt om Duitsland tot rede te brengen. Het moest
Berlijn platgooien, desnoods met mosterdgas behandelen, dan was de oorlog binnen
zes weken uit. Als Engeland de vernietiging van de Joden niet tegenhield, zou
hij wensen dat Duitsland de oorlog won, als straf voor Engeland. Het Duitse volk
moest worden uitgeroeid, gesteriliseerd. De arts liet zich drijven op zijn
sentiment en verloor alle objectiviteit uit het oog, barstte tenslotte in
snikken uit en sloeg