Om vijf uur in de ochtend waren er weer mensen voor de deur die met luid trompetgeschal niet alleen tante maar de hele buurt wakker maakten.
Het was weer ongeveer bij het vierde lied dat tante de deur opendeed. Ze genoten niet alleen van de mooie kerkliederen maar ook van de bol met kaas en het kopje koffie. Er waren ook enkele buren aanwezig, die extra welkom waren, omdat ze het gepresteerd hadden zo vroeg uit bed te kruipen. Toen het bazuinkoor om zes uur verdween, viel tante met een zucht op een stoel neer. Oom had haar aangeraden een beetje te gaan slapen. Hij zou haar om negen uur wekken. Dan zou ze ruimschoots op tijd zijn voor de morgenzegen die om tien uur zou beginnen. Tante heeft die raad wel opgevolgd maar of ze geslapen heeft is een open vraag, want om half negen was ze al de kamer uit om te vragen of alles in orde was.
Na alle voorbereiding zoals koek in stukken snijden en zangboeken klaarleggen, kwam de dominee. Emi wist nooit dat de dominee tante zo'n godvruchtige vrouw vond. Zijn tekst kende ze nog. Het was genomen uit 1 Petrus 3, vers 1 - 3.
Ze vraagt zich af of het voor tante mogelijk is nog nederiger te zijn dan ze al is. Dat hoeft men de Surinaamse vrouw niet te leren, dat is ze al te veel. Emi heeft zich vaak geërgerd aan bepaalde dingen in het dorp. De man mag zoveel vrouwen hebben als hij maar wil. De vrouw mag dat niet. Al blijft een man een jaar weg, zijn vrouw mag zelfs geen man aankijken. Daar zorgen de jongens in het dorp wel voor.
Ze heeft zo'n vechtpartij, kort voor ze het dorp verliet, meegemaakt. Jusie van Opa Bert ging stiekem naar een vrouw, wier man al zeven maanden geleden naar Botopasi was vertrokken. De mannen hebben Jusie zodanig afgetakeld dat hij flauwviel.