alles in de steek en loopt naar het dorp toe. Nee hoor, Pito gaat niet rechtstreeks naar het dorp. Hij maakt een omweg en komt op het bospaadje. Nu zitten de mannen ingesloten. Pito ziet ze staan. Het zijn twee negers.
De mannen heffen hun handen omhoog als de indianen hun pijl en boog op ze gericht houden. Ze geven toe dat ze machteloos zijn. Ze willen niet vechten. Ze willen de vrouw.
Als Pito begint te spreken schrikken ze. Ze wisten niet dat er iemand achter hen stond.
Pito zegt: ‘Haal Asekete.’
Even later kunnen de mannen haar zien. Maar ze mag niet mee.
Dat is hun straf. ‘We zullen niet meer plunderen’ zeggen ze. Maar Pito wil daar niets van horen. Als hij Asekete laat gaan, komen ze misschien weer. Daarna laat Pito de mannen alleen vertrekken, en volgt ze stilletjes het pad af.
Als hij ziet dat de mannen werkelijk weggaan, komt hij pas naar huis terug.
Die middag is Asekete bedroefd. In de middag zit ze te huilen. Dat vinden de vrouwen die nu vriendinnen van haar zijn erg jammer.
Ze verstaat en praat al enkele woordjes Arowaks. Als ze haar vragen waarom ze huilt, zegt ze dat ze graag haar moeder en zusters wil zien. Ja, dat begrijpen de vrouwen wel.
Daarom gaan ze bij elkaar zitten en bespreken hoe ze haar zouden kunnen helpen.
Asekete is een gevangene. Ze hebben de opdracht haar te bewaken. Ze kunnen haar niet meenemen naar het bos.
Hoe zouden ze haar kunnen helpen haar moeder en zusters te zien?