geweten had? O! Als Mevrouw Willis haar maar even wilde zien! Ik wilde het zoo graag, en kan er niets aan doen. Jij geeft me gelijk, niet waar, Hetty? Denk je eens even in Annie's plaats, en zeg me dan eens, of gij je gelukkig zoudt gevoelen, en of je hart gerust zou zijn, indien ge slechts een gedeelte van uwe schuld hadt bekend, en als door uwe schuld al uwe schoolkameraden in ongenade waren en verdacht werden? Neen, dan zoudt ge niet gelukkig kunnen zijn. Maar, wat ziet ge bleek!’
‘Je bent zoo onnatuurlijk,’ zeide Hester, terwijl zij opstond; ‘je brengt mij in de war. Hoe kan ik mij in Annie's plaats denken? Ik heb haar nooit begrepen, ik wil ook niets met haar te maken hebben. Mij zelf in hare plaats denken? Neen, dat hoop ik nooit te doen. Ik hoop, dat ik nooit in zoo'n toestand zal zijn.’
Hester liep weg en Cecile bleef verslagen zitten. Zij had zoo gehoopt, dat Hester haar ten minste gelijk zou geven, en ook deze beschuldigde Annie.
De geheele school verzamelde zich dien avond voor het gebed in de kapel, en de heer Everard, die de geschiedenis van Mevrouw Willis had vernomen, zeide enkele woorden, welke hierop betrekking hadden, tot de ongelukkige jonge meisjes. - Annie's gelaat kreeg een kalme uitdrukking, toen zij naar de eenvoudige, doch oprechtgemeende woorden luisterde. De oude predikant verzekerde de meisjes, dat God haar, die waarlijk berouw hadden, zou vergeven, en dat de ware wijze van berouw hebben was: op te staan en niet meer te zondigen. Het oogenblik van genot weegt niet op tegen het naberouw, zeide hij. Het is een oud gezegde dat gestolen vruchten het zoetst smaken, maar enkel voor één oogenblik; later zullen zij, die er van gegeten hebben, de bitterheid er van ondervinden. Deze