meisje te troosten, dat om het een of ander stond te pruilen. Zij nam het kind in hare armen, kuste het teeder en fluisterde het iets in het oor, dat het geheele gezichtje door eenen glimlach deed ophelderen, terwijl zij hare armpjes in verrukking om Annie's hals sloeg. Zij zette het kind nêer op den grond, dat vroolijk wegliep en zich weer bij hare vriendinnetjes voegde. Annie verliet daarna de kamer.
Het groepje meisjes zat nog rond het vuur, doch nu was niet Annie, maar Hetty het aantrekkingspunt. Het was voor het eerst van haar leven, dat Hetty zich in de benijdenswaardige positie van een gunsteling bevond; en zonder in 't minst te vermoeden wat voor onheil zij stichtte, kon zij de gelegenheid niet voorbij laten gaan, om haar tegenzin in Annie duidelijk te doen blijken.
Vele meisjes, die anders veel van Annie hielden, kwamen nu tot de overtuiging, dat zij inderdaad schuldig moest zijn, en één voor één begonnen zij, zooals het bij menschen altijd de gewoonte is, ieder iets kwaads van hare vroegere lieveling te vertellen. Ook zij besloten, dat, als Annie waarlijk zoo laag en kwaadaardig was geweest, het eigendom van andere meisjes te beschadigen om haar daardoor in moeilijkheid te brengen, zij dood verklaard moest worden.
‘Wat is dat, dood verklaren?’ vroeg het kind, dat Annie zoo even getroost had, terwijl zij bij het groepje kwam staan.
‘O, dat is iets heel treurigs, Phena,’ zeide Mary Bell, terwijl zij haar arm om het aardige kind heen sloeg en het naar zich toe trok.
‘En wie wordt dat gedaan?’
‘Wel, ik ben bang: de stoute Annie Forest.’
‘Zij is niet stout; Annie mag niet doodgemaakt worden. Ik houd niets van je, Mary.’
Het kleine meisje zag met schitterende, uitdagende oogen