Toen het vakantie was
(1999)–Cynthia McLeod– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 64]
| |
Een beloningDe volgende dag sprak iedereen in de straat over de nachtelijke inval van de politie in het huis van baas George. ‘Buurvrouw, buurvrouw; ik hoor dat het die kinderen zijn die eigenlijk de politie gewaarschuwd hebben,’ zei de buurvrouw van Whitney en Brian tegen hun moeder. ‘Ja, dat hebben we ook gehoord, die twee kleintjes van mij met die jongens van hiernaast en Mariska en Gracia,’ zei Whitney's moeder en oma zei: ‘Dat is me een stel hoor!’ Iedereen wilde weten hoe de kinderen de dieven en hun schuilplaats hadden ontdekt en de kinderen moesten steeds weer vertellen. Ze deden voor hoe ze door het kiertje van het gordijn hadden gekeken en Brian vertelde gewichtig hoe hij naar binnen was geklommen, zich in de kast had verstopt en zo had kunnen horen dat de dieven afspraken dat ze 's nachts terug zouden komen. De laatste vakantiedag brak aan; de kinderen zaten bij elkaar onder de amandelboom. ‘We hebben toch een avontuur gehad,’ zei Mariska. ‘Ja, en het was ook spannend,’ zei Gracia. ‘Nou en of, het was heel spannend toen ik daar in die kast was,’ zei Brian. | |
[pagina 65]
| |
Tingelingeling! Een dame met een fiets stond voor de deur. ‘Hallo kinderen,’ riep ze, ‘mag ik wat vragen? Ik zoek naar de kinderen die de politie hebben geholpen om de dieven te vinden.’ ‘Dat zijn wij, mevrouw, dat zijn wij,’ riepen ze. ‘Nou, dan kom ik bij jullie voor een interview,’ zei de dame en kwam het erf op. Ze zette haar fiets op de staander en kwam ook op het bankje onder de amandelboom zitten. Uit haar tas haalde ze een notitieboekje, begon vragen te stellen en te schrijven. ‘Ik vind jullie echt moedig hoor,’ zei ze, toen ze alles had gehoord en opgeschreven; ‘Brian, was je niet bang, jongen?’ ‘Nou en of,’ zei Brian. ‘En ik lag onder het huis met zand in mijn neus,’ zei Soeresh. ‘En ik zat achter het citroengras te beven,’ zei Whitney. ‘Maar hoe weet u eigenlijk hiervan?’ vroeg Gracia. ‘De politie heeft over jullie verteld,’ zei de journaliste; ‘ik kom net van het politiebureau. Zo meteen komt de fotograaf om een paar foto's te maken.’ Net was ze uitgesproken of ze zagen een auto langzaam komen aanrijden. ‘Dat is de fotograaf,’ zei de dame; ‘hier Stanley,’ riep ze terwijl ze met haar arm zwaaide, ‘de kinderen zijn hier.’ | |
[pagina 66]
| |
De fotograaf stapte uit en kwam op het erf. Hij maakte eerst een paar foto's van de kinderen onder de boom en daarna gingen ze met zijn allen naar het erf van baas George waar ze bij de shutters moesten staan. Ze konden niet naar binnen om te laten zien hoe Brian in de kast had geschuild maar Brian ging op Soeresh's schouder naast het houten raam staan en daarvan werd een foto gemaakt.
De volgende dag begon de school. Al vroeg stond Whitney bij Gracia voor de deur; ze zwaaide met kranten. ‘Kijk we staan in de krant. Deze krant is voor jou. Mijn vader is gisteravond laat speciaal naar de stad gegaan om de krant van vanmorgen te kopen; hij heeft vijf kranten gebracht. Brian heeft al een aan Soeresh en Ashok gegeven en deze is voor Mariska.’ Ze spreidden de krant op de eettafel uit en Gracia las hardop wat er over hen stond geschreven. Daarna gingen ze naar school. Alle leerkrachten lazen het artikel met de kop: ‘Alerte kinderen hielpen de politie’. Onderaan het artikel stond ook nog dat de politie meende de moordzaak van meneer George vlug op te lossen. In de vijfde klas moest Whitney beginnen het artikel voor te lezen, daarna volgde Soeresh, toen Ashok | |
[pagina 67]
| |
en toen Gracia. De juffrouw liet de krant rondgaan zodat de hele klas ook de foto's kon zien. ‘En nu weet natuurlijk iedereen wat alert betekent,’ zei de juffrouw en terwijl ze bezig was dat uit te leggen stond opeens de journaliste van de vorige dag bij de deur. ‘Ik kom met een boodschap van de directeur van Fernandes in de Klipsteenstraat,’ zei ze, ‘hij vraagt of de zeven kinderen van Blauwgrond vanmiddag om vier uur bij hem in de winkel komen.’ Alle kinderen in de klas begonnen te praten; de | |
[pagina 68]
| |
dame mocht van de juffrouw binnenkomen en er werd afgesproken dat zij die middag om vier uur voor de deur van de zaak op hen zou wachten. ‘Je moet nette kleren aandoen, draag je nieuwe bloes,’ zei Gracia's moeder 's middags. De andere kinderen zagen er ook piekfijn uit, toen ze met zijn allen met de bus naar de stad gingen. Ze liepen van de Heiligenweg naar de Klipsteenstraat waar de journaliste voor de deur van Fernandes op hen wachtte. Een beetje verlegen gingen ze naar binnen; de baas van de zaak kwam meteen naar ze toe. ‘Zo, dus dit zijn die kinderen die hebben geholpen dat ik mijn spullen terugkrijg,’ zei hij lachend. ‘Ik ben jullie zeer dankbaar hoor. Vertel eens, wie is Brian?’ ‘Ik meneer!’ riep Brian en ging vooraan staan. De baas gaf hem een stevige handdruk; dat deed hij ook bij de andere kinderen, die allemaal hun naam zeiden. Ze maakten ook kennis met de directeur, meneer Fernandes zelf, die was speciaal voor hen naar de zaak gekomen. Hij gaf ze allemaal een hand en zei: ‘Wel beste jongens en meisjes, ik heb een kleine beloning voor jullie.’ Kijk, je krijgt met zijn allen een cassetterecorder,’ zei de chef. ‘Die is voor jullie samen, maak er maar flink gebruik van.’ | |
[pagina 69]
| |
De kinderen keken elkaar verrast aan; zoiets hadden ze helemaal niet verwacht. ‘Jippie,’ riep Brian. ‘Dank u wel, meneer,’ zei Whitney vlug en de anderen herhaalden allemaal: ‘Dank u wel, meneer.’ ‘En hier is voor elk van jullie nog een bandje.’ Hij telde zeven bandjes en legde die op een stapeltje. ‘Iets lekkers hoort er natuurlijk ook bij,’ zei meneer Fernandes. ‘Ik wil de dame van de krant vragen me daarbij te helpen. Juffrouw, kijk ik geef u geld en wilt u deze flinke kinderen dan naar McDonald's brengen?’
Even later zaten ze met zijn allen in McDonald's in de Keizerstraat. ‘Ik word later politierechercheur,’ zei Ashok. ‘En ik word detective,’ riep Brian terwijl hij een grote hap van zijn hamburger nam. ‘Bij wie gaat die cassetterecorder blijven?’ vroeg Soeresh. ‘Hij is voor ons allemaal,’ zei Mariska. ‘Ja, wanneer we samen zijn, dan hebben we hem bij ons, maar in wiens huis blijft de recorder wanneer we niet samen zijn?’ vroeg Brian. ‘Wij hebben thuis eentje,’ zei Whitney. ‘Deze is van ons allen, maar ik stel voor dat hij bij Gracia blijft wanneer we er niet mee bezig zijn.’ ‘Bij mij?’ vroeg Gracia verbaasd. | |
[pagina 70]
| |
‘Ja, bij jou,’ zei Whitney. ‘Bij jou omdat jij zo mooi kan zingen; jij hebt hem het meeste nodig want dan kan je oefenen om mee te doen met het scholieren-songfestival; vinden jullie ook niet?’ ‘Ja, dat is waar,’ zei Mariska. ‘Ja Gracia, je moet flink oefenen en meedoen. We komen allemaal voor je kraken,’Ga naar voetnoot1 zei Ashok. ‘Dan wint ze, jeee,’ riep Brian; hij verslikte zich in een frietje, zodat Soeresh hem op de rug moest kloppen. En terwijl Soeresh drie ferme tikken op Brians rug gaf, zei hij: ‘We hadden een prachtig vakantieavontuur.’ |
|