De jongens begonnen te lachen en Mama zei: ‘Die poes van Els is een luxe kat, hoor!’
‘Els heeft gezegd dat haar Grijsje dat moet eten om een sterke, gezonde kat te worden,’ zei Sita.
‘Wil je misschien hondenbrokjes uit Holland om Lafu flink en gezond te maken?’ vroeg Radjen. Toen ik mijn naam hoorde, begon ik te blaffen. De jongens lachten en riepen: ‘Hoor Sita, Lafu zegt ja.’ Toen moest Sita ook lachen. Ze wilde me een zoen geven, maar mama zei: ‘Zoen die hond niet!’ Dus streelde ze me.
Vlek kwam elke dag bij het hek staan. Als hij me zag, blafte hij: ‘Ik heb honger, heb je eten?’ Als ik ‘ja’ blafte, keek hij voorzichtig om zich heen en ging dan snel achter het huis. Hij slokte alles op en ging vlug weer weg. Had hij misschien geen huis en geen mensen die hem eten gaven? Het gebeurde ook wel eens, dat er in mijn bord niets over was gebleven. Als ik blafte dat ik niets had, dan kwam hij na een poosje toch op het erf om te kijken. Als hij zag dat mijn bord leeg was, gromde hij wat en ging weer weg.
Laatst vroeg ik hem: ‘Waar woon je?’
Hij blafte: ‘Om de hoek’.
‘Krijg je geen eten?’ blafte ik weer.
Hij antwoordde: ‘Soms’.
Een keer stond hij weer voor de deur. Ik zat op het balkon en zag hem daar staan. ‘Vlek, je kan komen,’ blafte ik, ‘ik heb wat voor je gelaten.’ Vlek kwam op het erf maar toen kwam Mahinder net naar buiten. Hij zag Vlek en zei: ‘Wat doet die vreemde hond hier?’ Meteen raapte hij een steen op en gooide die naar Vlek. Jankend rende Vlek weg. Mahinder ging naar het hek en deed dit dicht. Arme Vlek, ik had wel meelij met hem, hóór! Ik verveelde me een beetje die dag want Sita was er niet. Ze was uit met tante Usha. Aroen en Radjen waren met andere jongens aan het voetballen, verderop in de