Niemand zegt iets, de leerlingen kijken naar elkaar en de juf zegt: ‘Ga je gang, wie nog niet bij zijn of haar partner zit, mag opstaan en bij elkaar gaan zitten en praat erover, maar zachtjes hoor. Het moet geen herrie worden hier.’
De leerlingen gaan inderdaad bij elkaar zitten en praten fluisterend met elkaar. ‘Ik weet eigenlijk helemaal niets over biologische groenten,’ zegt Shanti en Kathleen zegt: ‘Ik ook niet, maar mijn oom zal ons wel vertellen.’
‘Maar wat moeten we nu dan zeggen? Moeilijk hoor,’ zucht Shanti.
‘Eéh we gaan naar Rust en Werk gaan, maar dan moeten we zeker gaan met Bodo, want dan is het daar geweldig leuk,’ zegt Hesdy, maar Mukesh zegt, ‘Luister Pawiro, we maken toch geen werkstuk over Bodo, het moet gaan over een garnalenkwekerij.’ ‘Niet alleen over een garnalenkwekerij, maar ook over die kleine bedrijfjes die die lekkere droge garnalen maken,’ zegt Hesdy. ‘Die bedrijfjes zijn meestal van een gezin, vader, moeder en kinderen.’
‘En jij kent zo'n gezin?’ vraagt Mukesh.
‘Ja man; ik ken ze allemaal daar,’ zegt Hesdy luchtig. ‘Ik ben wel eens met een boot meegegaan om netten omhoog te halen. Het is leuk hoor! En ik houd van die sara sara. Als mijn moeder het in de kast heeft, m'e nyan den lek snack.’
Radjen kijkt naar Jason en zucht: ‘Probleem jongu. Yu nanga geld en bank!’ (Jij met geld en bank).
‘Maar er valt heel veel te vertellen over geld en de bank,’ zegt Charlaine.
‘Jason had gelijk, alles heeft te maken met geld. Wij gaan zeker veel kunnen schrijven.’
‘Ja, maar waar begin je en hoe ga je het indelen?’ vraagt Radjen terwijl hij Jason aankijkt. Die zegt: ‘Don't worry, juffrouw gaat ons helpen.’
Dat is inderdaad zo, want als mevrouw Roelofs na een kwartier vraagt: ‘Zo, en wie heeft een schema klaar?’ steekt niemand een vinger op. Ze kijkt de klas rond. ‘Wat! niemand zegt iets? Weten jullie het geen van allen?
Maar je hebt hopelijk toch wel nagedacht hè? Okay, dan gaan we nu samen nadenken.
Je begint een werkstuk altijd met een inleiding. Wat staat er in de inleiding, denk je?’ Brian steekt zijn vinger op en zegt: ‘Je noemt het onderwerp dat je gaat bespreken’. ‘Juist Brian,’ zegt de juf, ‘in de inleiding ga je het hebben over het onderwerp.
Laten we nu samen de indeling maken over de inhoud en schrijf op: