Vermakelijcke bruylofts-kroon, doorvlochten met verscheyden leersame gedichten

[Het soet dat in de Min een Vryer komt te voren]

Het slot is de trouw.

Het soet dat in de Min een Vryer komt te voren,

Dat is alleen de hoop, die namaels wort geboren.
Door hoop wort hy getroost, door hoop wort hy gevoet,
De hoop die maekt hem sterck, en geeft hem goeden moet,
De hoop kan in de Min een soete vreughde baren,
Wie vrijter die niet hoopt om met sijn Lief te paren?
Het hopen duert soo langh tot dat men is de Bruyt,
Als 't hopen is gedaen dan is het vrijen uyt,
Dat is het spel ten end, dan gaet met om te trouwen,
Dan moet men het gejach van Jonge Lieden schouwen.