Schadt-Kist der Liefde(1632)–Jacob Coenraetsz Mayvogel– Auteursrechtvrijvoort gebracht in tijt van vrolyckheydt Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Ghedicht. Aende Lof-waerde, Deucht-rijcke, Eerbare, onder de Maeghden gheheten met de naem van Clara. SOet, lieflijck, aenghenaem, schijnt hier op aerd’ de minne, Minne heeft steets de Ieught verblijdt van aenbeginne, ‘tBeginne van de Min is Moeder van het leven, ‘tLeven wil Godt den mensch op sulck een wijse geven, [pagina 10] [p. 10] Gheven wilt oock Princes, ‘tgheen ick so lief begeere, ‘tBegeeren van my is u liefde te vermeeren, ‘tVermeeren op de aerd’ is oorspronck van de vreughde, Vreughde is hier het best wanneer’t geschiet in deugden, Deughde die schrijf ic toe in wien de deughden woonen, Woonen oock niet altoos de deughden by de schoonen? Schoonen hebben die oock, ick prijs lief u manieren, Manieren die g’altoos seer sedigh gaet bestieren, Bestieren tot de deught, ghy Schoone, ghy Godinne, Godinne hoogh gheacht, van die, die u beminnen, ‘tBeminnen Lief van u, my’t hert vercracht met machten, [pagina 11] [p. 11] Machten, groot, trots en stout, Matresse wilt versachten, Versachten wilt mijn smert ghy Schat-kist van mijn lusten, Lusten die welck by u, alleen beminde rusten, Ruste is al mijn wensch ’tghewenste wilt my schencken, Schenckt weder al mijn kracht, ach Lief wilt niet meer krencken. I.C. Meyvoghel. Godt boven al. Vorige Volgende