De oceaan
Pas toen het schip uit het zicht was verdwenen en de golven waren gaan liggen, werd het Anjumara duidelijk hoe breed de rivier eigenlijk was. ‘Wauw! Niet te geloven zeg, en ik dacht dat er nergens zoveel water voorkwam als in het kanaal!’ riep hij verwonderd. ‘Dat was dan een vergissing, jij bent nu pas de wereld aan het ontdekken,’ antwoordde Pataka. ‘Ik denk dat er nergens een plek bestaat waar er meer water is dan hier,’ zei Anjumara. ‘Jawel, de oceaan,’ antwoordde Pataka nuchter.
‘De oceaan? Wat is dat, ook een rivier?’ vroeg Anjumara verrast. ‘Nee hoor, de oceaan is misschien wel honderd keren zo groot als deze rivier.’
‘Wáát! Dat meen je niet!’ riep Anjumara. ‘Kom maar mee, we zwemmen naar de monding van de rivier dan zul je het zelf zien.’
Haastig zwom Anjumara achter Pataka aan. Ze kwamen uiteindelijk bij de monding van de rivier aan. Ze zwommen naar de oppervlakte. Anjumara kon zijn ogen niet geloven toen hij de reusachtige oceaan zag. ‘Dit bestaat niet, is, is, is dit de oceaan?’ vroeg hij stotterend. ‘Ja, dit is de oceaan,’ antwoordde Pataka lachend. ‘Probeer zo hoog mogelijk uit het water te springen, dan kun je het veel beter zien,’ zei hij.
Anjumara volgde zijn raad onmiddellijk op en sprong hoog uit het water. ‘Niet te geloven, overal zie ik water!’ riep hij. ‘Dat bedoel ik, bij een rivier kan je de oevers nog zien, maar bij de oceaan kan dat niet,’ legde Pataka uit.
‘Zullen wij een beetje in de oceaan zwemmen?’ vroeg Anjumara terwijl hij haastig in de richting van de oceaan zwom. ‘Nee! Wacht!... We kunnen niet naar de oceaan zwemmen!’ riep Pataka. Anjumara schrok van Pataka's reactie.
‘Waarom niet, ben je bang?’ vroeg hij. ‘We kunnen niet in oceaan zwemmen, omdat wij zoetwatervissen zijn,’ antwoordde Pataka.
‘Zoetwatervissen? Wat bedoel je daar nou weer mee?’ Pataka moest diep zuchten.
‘Ik merk dat je nog heel veel te leren hebt, maar ik zal proberen het je uit te leggen. Als je naar de oceaan kijkt, schijnt er niks aan de hand te zijn met het water.