De grote rivier
‘Kom op, maak je niet druk om de andere vissen. Weet je wat, ik zal je het kanaal helemaal laten zien en daarna zwemmen wij naar de grote rivier,’ zei Pataka troostend.
‘De grote rivier? Wat bedoel je daarmee?’ vroeg Anjumara.
‘De grote rivier zou je je kunnen voorstellen als een enorm groot kanaal,’ antwoordde Pataka. ‘Dat wil ik graag zien,’ zei Anjumara.
Nieuwsgierig zwom hij achter Pataka aan. Deze liet hem eerst het hele kanaal zien en zwom vervolgens in de richting van de grote rivier.
‘Ik ben blij dat ik jou ontmoet heb, ik zou anders zelf mijn weg moeten vinden door het kanaal,’ zei Anjumara dankbaar.
‘Wacht maar dit is nog niks, de grote rivier heeft heel wat zijriviertjes, daar is het water lekker koel en staan er veel vruchtbomen,’ legde Pataka uit. ‘Ook druiven?’ vroeg Anjumara. ‘Ja, die vind je overal langs de oevers.’
‘Mmmmm, ik heb nu al honger,’ zei hij.
Nadat Anjumara en Pataka in diepere wateren terecht kwamen hoorden zij een harde dreun door het water gaan: ‘Tjoekoetjoekoetjoek...’
Anjumara raakte even in paniek van het plotselinge lawaai. ‘Wat is dat!?’ riep hij.
‘Maak jij je maar geen zorgen, dat is een naderend schip,’ zei Pataka geruststellend.
‘Kom laten wij naar de bodem toe zwemmen, daar zijn we veiliger,’ stelde hij voor. Het laatste kon Anjumara niet verstaan, want op dat moment voer een enorm schip over hen heen. Het gevaarte had het rivierwater zodanig in beweging gebracht, dat het rivierzand uit de ondiepere gebieden het water vertroebelde.
‘Ik wenste wel dat ik in de vijver was gebleven, ik wist niet dat er zulke dingen in het kanaal zwommen,’ zei Anjumara met trillende stem.
‘We zijn niet meer in het kanaal, wij zijn nu in de rivier. Alleen in de rivier zul je zulke grote