De geboorte van rondvis en platvis
Een week nadat de visseneitjes in de vijver waren terechtgekomen, gebeurde iets heel bijzonders met hen. Ze begonnen namelijk plotseling uit zichzelf te bewegen. Eerst heel langzaam en daarna steeds sneller. Je kon door het dunne schaaltje in elk eitje een babyvisje zien bewegen.
Eindelijk was het zover, de visjes konden zich met een beetje moeite uit de eitjes bevrijden. Vrolijk zwommen zij naast elkaar in de vijver, alsof zij elkaar al veel langer kenden. Aangetrokken door de felle kleur en de zoete geur van de druiven op de bodem van de vijver, begonnen onze visjes van de heerlijke druiven te snoepen. Iedere dag aten zij van de druiven.
Hoewel zij allebei op dezelfde dag waren geboren, was het opvallend dat het ene visje veel groter werd dan het andere visje.
Je kon de visjes horen smakken onder het eten, zo lekker vonden zij de druiven. ‘Mmm, wat lekker,’ zei de kleinste vis.
‘Ja, zeg dat wel, en er ligt gelukkig nog genoeg van,’ antwoordde de andere vis.
De visjes genoten van de heerlijke druiven en hoefden zich dus geen zorgen te maken om eten. Vrolijk zwommen en speelden zij in de vijver die ze helemaal alleen voor zichzelf hadden. Er waren geen andere vissen te vinden in de vijver.
Anders was dat in het grote kanaal ernaast, daar zwommen wel duizenden kleine en grote vissen rond.
Onze babyvisjes wisten natuurlijk niet dat er vlakbij de vijver een groot kanaal lag. Ze waren heel tevreden met hun vijver. Overdag speelden zij druk met elkaar in het open water en 's avonds sliepen ze tussen enkele uitgegroeide wortels van de druivenbomen. De boomwortels waren alleen onder water zichtbaar en vormden een veilige slaapplek voor onze vriendjes.