Vervolg der dichtlievende uitspanningen
(1754)–Jan Jacob Mauricius– Auteursrechtvrij
[pagina 269]
| |
2 November 1753.
Lands Moeder, die, geteeld uit Vader WILHEMS bloed,
Toont, wat een Vrouw vermag, als Gy met heldenmoed
De Staathulk rustig stuurt, en al' Uw' Hofvermaaken
Opoffert, om voor 't heil van Nederland te waaken,
Die, daar ontydig ons Uw Friso is ontrukt,
Zyn' roem nog dagelyks in ons geheugen drukt,
Als we U zorgvuldig op zyn' laatsten wil zien letten,
Om zyn' Ontwerpen tot's Lands Welvaart voort te zetten,
Vergun me, dat ik op dit dierbaar Jaargety
Verheugd U nad'ren mag met Duitsche Poëzy.
Een van de Ontwerpen, die zyn' Hoogheids Naam doen leeven,
En 't welk Gy zelf, Vorstin, nog korts hebt aangedreeven,
Is om ons Inlandsch Werk en Vaderlandsche KunstGa naar voetnoot(*)
Te dekken met gezag, te moedigen met gunst.
| |
[pagina 270]
| |
Blyst onze Dichtkunst van dat heil alleen versteeken!
Zoude onze Taal vergeefsch om Uw' bescherming smeeken!
Neen, dat zy ver, Prinses, daar Ge alles, wat den Staat
Tot nut of glorie strekt, met wysheid gadeslaat!
Men eer' de Fransche Kunst! maar 't moet niet verder strekken,
Dan om in 't Hollandsch hart een' ed'len nyd te wekken,
Om mede ons best te doen, en moog'lyk vroeg of laat
Den prys te stryken, 't welk voor arbeid openstaat.
Grootmoedige Vorstin! de Hemel wil U sterken,
Om 't oogwit van Uw' zorg gelukkig uit te werken!
Zo moet Uw Vorstlyk Kroost, daar Friso's beeld in leeft,
't Welk God aan U, en Ons tot troost geschonken heeft,
Door Uwe hand gevormd, in Deugd en Schoonheid groeien!
Zo moet de glorie van 't Oranje Stamhuis bloeien!
Dat blyf bevestigd, dat verduure Nyd en Tyd,
En ANNA'S Naam blyf aan de Onsterflykheid gewyd!
1753.
|
|