Naar de letter
(2003)–Marita Mathijsen– Auteursrechtelijk beschermdHandboek editiewetenschap
[pagina 231]
| |||||||||||||
9. Beschrijving van drukken en collatieWat er van de drukgeschiedenis die een editeur tijdens het verzamelen van documentaire bronnen samengesteld heeft in de uit te geven editie weergegeven moet worden, hangt samen met het editietype dat hij vervaardigt, en met de ontstaansperiode van de tekst. In elk geval is het voor elk editietype noodzakelijk dat er een beschrijving van de bij het leven van de auteur verschenen drukken van het geëditeerde werk opgenomen wordt. Die kan alleen achterwege gelaten worden, als daarvoor naar een andere editie van het werk verwezen kan worden. De drukken moeten zo beschreven worden dat met behulp van de gegevens elke druk teruggevonden en geïdentificeerd kan worden en de onderlinge verhouding duidelijk is. Voor een leeseditie van een tekst uit de periode van de machinale pers volstaat het als de editeur de volgende gegevens in zijn drukgeschiedenis vermeldt:
| |||||||||||||
[pagina 232]
| |||||||||||||
Uit de beschrijving van de drukken moet de verhouding, de chronologie en de onderlinge afhankelijkheid van de drukken af te lezen zijn, eventueel verduidelijkt door een stemma. Voorpublikaties worden ook in de drukgeschiedenis opgenomen. In het algemeen kan ook voor studie- en historisch-kritische edities van werken uit de periode van de machinale pers de bovenstaande beschrijving van drukken aangehouden worden.
Voor leesedities van werken uit de handpersperiode hoeven er in de editie niet meer dan de bovenstaande gegevens opgenomen te worden, maar de editeur heeft voor zichzelf bij zijn werkzaamheden, met name bij de keuze van de basistekst, uitgebreidere beschrijvingen nodig. Omdat hij met het verschijnsel van identieke druk en perscorrecties te maken kan krijgen, moet hij een instrumentarium hebben om die te kunnen onderscheiden. Dit vindt hij in de analytisch-bibliografische beschrijving van een boek en in de externe en interne collatie. |
|