Naar de letter
(2003)–Marita Mathijsen– Auteursrechtelijk beschermdHandboek editiewetenschap
[pagina 174]
| |
8.1. Analytische bibliografieWat moet een editeur weten van de manier van werken bij een (hand)drukkerij om een betrouwbare editie te kunnen maken? De centrale vragen van een editeur: welke versie is geautoriseerd, welke tekstvorm is de juiste, moeten gerelateerd worden aan kennis van de werkwijze bij het drukken van een boek. De analytische bibliografie gaat ervan uit, dat de technische en organisatorische omstandigheden waaronder een boek wordt gedrukt, de daarin afgedrukte tekst inhoudelijk beïnvloeden. Bestudering en kennis van deze omstandigheden zijn dus noodzakelijk ook voor de tekstediteur.Ga naar voetnoot8
De analytische bibliografie is ontstaan aan het begin van de twintigste eeuw. Toen begon een groep geleerden, onder wie W.W. Greg en R.B. McKerrow, de teksten van Shakespeare op een nieuwe manier te bestuderen, met aandacht voor het produktieproces van het boek. Men noemde die benadering toen de new bibliography. Sinds het optreden van Greg c.s. zijn bibliologen erop bedacht, dat binnen eenzelfde druk zogenaamde persvarianten kunnen voorkomen, dat wil zeggen dat exemplaren binnen één druk kunnen verschillen.Ga naar voetnoot9 Een van de opzienbarendste studies door een analytisch bibliograaf uitgevoerd, is die van Hinman uit de jaren zestig. Hij bestudeerde de First Foliouitgave van Shakespeares werken uit 1623, de eerste editie van de verzamelde Shakespeare-drama's, en voor achttien spelen tevens de eerste overgeleverde druk. In de Folger Shakespeare Library te Washington bevinden zich tachtig exemplaren van de First Folio, en deze gebruikte Hinman voor een reconstructie van de zet- en correctie-procedures. Hij kon concluderen dat er een voorberekening van de omvang moet zijn geweest, dat er vijf zetters tegelijk aan het werk waren met elk een drukvorm. Elke zetter was herkenbaar aan zijn eigen gewoonten. Hinman vond door exemplaarvergelijking een vijfhonderd varianten binnen de First Folio-druk op een totale omvang van ongeveer 900 bladzijden. Op basis van dit onderzoek stelde hij uit ongeveer dertig verschillende exemplaren van de Folger-collectie de zogenaamde ‘Norton facsimile’ samen: een facsimile-uitgave van de First Folio die een zo ideaal mogelijk exemplaar vertegenwoordigt. Geen enkel bestaand exemplaar echter komt ermee overeen. Hinman verenigde in deze studie analytisch en textueel bibliografisch onderzoek.Ga naar voetnoot10 |
|