Naar de letter
(2003)–Marita Mathijsen– Auteursrechtelijk beschermdHandboek editiewetenschap
[pagina 171]
| |
8. De geschiedenis van het drukken en gevolgen voor het editerenIn de wereld van de boekdrukkunst wordt vals spel gespeeld. Nabootsingen die niet van echt te onderscheiden zijn, leugens over verschijningsdata, zogenaamd nieuwe drukken, verzonnen uitgevers, opgeschroefde oplagecijfers, alles komt voor vanaf de vroegste tijden van de handpers. De ingewikkelde drukgeschiedenis van Johannes Kneppelhouts Studenten-typen, waarvan de eerste druk tussen 1839 en 1841 in afleveringen verscheen, is uitvoerig beschreven in de facsimile-editie die in 1982 uitkwam.Ga naar voetnoot1 Onlangs werd ontdekt dat de kwestie nog ingewikkelder ligt: de ‘eerste’ druk bestaat in feite gedeeltelijk uit twee drukken.Ga naar voetnoot2 Met het blote oog had nog niemand dat ontdekt, maar met behulp van zogenaamde transparantkopieën kon aangetoond worden dat er opnieuw gezet was. Andersom komt het ook voor dat men meent twee verschillende versies van een tekst in handen te hebben, die echter één en dezelfde zijn. In 1963 kon men in de reeks Hollandse Pockets van De Slegte een uitgave van Victor van Vriesland kopen, getiteld Afscheid van de wereld. Tien jaar daarvoor had Querido in de Salamanderreeks van dezelfde schrijver uitgegeven: Afscheid van de wereld in drie dagen. Omslag, titel, uitgever en serie zijn anders, en toch betreft het hier een volledig identieke tekst: De Slegte had een restpartij Salamanderpockets opgekocht en van een nieuw omslag voorzien.Ga naar voetnoot3 | |
[pagina 172]
| |
Maar ook boeken die in beginsel van hetzelfde zetsel stammen, kunnen toch van elkaar afwijken. In 1984 bestond Het stenen bruidsbed van Harry Mulisch 25 jaar. Bij De Bezige Bij verscheen in het najaar de dertigste druk in een zilveren jubileumuitgave. Voor het Vlaamse tijdschrift Knack werd Mulisch geïnterviewd door Guy Decoene, die de schrijver de vraag stelde of deze sinds 1959 wel eens iets aan de tekst veranderd had. Het antwoord van Mulisch was duidelijk: ‘Neen. Ik heb die drukproeven gekregen en ik heb er geen komma aan veranderd. Sinds de eerste uitgave is er níets aan veranderd. Niets. Het is goed zo’.Ga naar voetnoot4 Wie het zou lukken alle oplagen van Het stenen bruidsbed die van De Bezige Bij afstammen, in handen te krijgen, kan in ieder geval zelf constateren dat er geen verschil in zetsel tussen vroegere en latere uitgaven van De Bezige Bij is. Zelfs in het uiterlijk van het boek, de omslagfoto's, flaptekst, voor- en nawerk zijn maar kleine verschillen aanwijsbaar.Ga naar voetnoot5 Toch blijken er ook woordverschillen te zijn. In de eerste druk had Mulisch het Engelse woord ‘fuck’ fonetisch gespeld zoals hij het gehoord had: ‘fock’, met een o. Deze kleine smet werd voor de derde druk (oplaag) verwijderd uit het boek. Een jaartal dat historisch gezien niet juist was, kreeg in dezelfde druk een verbetering. En juist in de komma's zijn er ook nogal wat ingrepen, die op rekening van de auteur geschreven moeten worden. De vele ‘herdrukken’ zijn fotografisch vervaardigd, en in de films zijn wijzigingen aangebracht. Drukaanduidingen van uitgevers moeten eveneens gewantrouwd worden. Een elfde druk van Mulisch' De versierde mens, tussen de tiende van 1972 en de twaalfde van 1974, bestaat niet. Wel zijn er twee verschillende negende drukken, een uit 1969 en een uit 1971. Bij de uitgave van 1971 was De Bezige Bij vergeten dat ze twee jaar geleden een speciale negende druk in 20.000 exemplaren op de markt gebracht had in de Darboekreeks. Bekend is dat de volgorde van ‘drukken’ lang niet altijd overeenkomt met de chronologische verschijningsdata. Uitgevers hebben sinds de jaren zestig de gewoonte aangenomen om tegelijk een gebonden en een paperback-uitgave te laten maken van boeken van gerenommeerde auteurs en die respectievelijk eerste en tweede druk te noemen. Dat leidt er vaak toe dat de ‘tweede’ druk eerder op de markt is dan de eerste, omdat de gebonden uitgave nu eenmaal een langere produktietijd heeft, zoals bij voorbeeld het geval was bij Reve's Bezorgde ouders (1988). Editeurs van teksten uit de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw, zijn vertrouwd met dit soort verschijnselen. Ze zijn analytisch-bibliografisch geschoold en gewend aan de vele valkuilen van het gedrukte boek. De analytische bibliografie is de studie van het boek als materieel object, als resultaat van het technisch proces van zetten en drukken van een tekst. De resultaten van de analytische bibliografie zijn van eminent belang voor de tekstediteur, die tekstkritiek op gedrukte werken niet kan uitoefenen zonder analytisch- | |
[pagina 173]
| |
bibliografisch onderzoek. In de analytische bibliografie wordt over het algemeen een grens gelegd rond 1800: daarvóór ligt de periode van de handpers, daarna het tijdperk van de machinale pers. De analytische bibliografie wordt vooral toegepast op produkten uit de tijd van de handpers.Ga naar voetnoot6 In de praktijk van de opleidingen aan de universiteiten in Nederland betekent dat, dat studenten historische letterkunde cursussen op dit gebied moeten volgen, maar studenten in de moderne letterkunde niet. De problematiek voor de editeur van gedrukte teksten van voor 1800 is echter in principe dezelfde als die voor de editeur van gedrukte moderne teksten. Maar daarnaast zijn er nieuwe problemen gekomen, specifiek voor de latere periode. De negentiende- en twintigste-eeuwse uitvindingen op het gebied van zetten en drukken hebben veranderingen veroorzaakt die invloed hadden op het proces van kopij naar druk, en die van belang zijn voor de editeur die de autorisatie van de tekst wil bepalen. Er is dus meer overeenkomst tussen de periode van de handpers en die van de machinale pers dan gesuggereerd wordt met het aanbrengen van een cesuur rond 1800. De problemen van autorisatie, zetfouten door verkeerd lezen, invloeden op de tekst van anderen dan de auteur, fouten die ontstaan bij het overbrengen van de ene voltooide staat naar de andere, blijven voor de editeur dezelfde. Het onderscheid mag zijn geldigheid hebben voor de boekgeschiedenis, echter niet voor de editeur. Niet voor niets gaf de Amerikaanse analytisch-bibliograaf Fredson Bowers zijn artikel over het editeren van negentiende-eeuwse machinedruk de titel mee: ‘Old wine in new bottles’ en hij verkondigde de stelling: ‘the best training for the textual editor of nineteenth- and twentieth-century books is still a broad experience in the sixteenth, seventeenth, and eighteenth centuries’.Ga naar voetnoot7 Toch zijn er, met name sinds de invoering van het foto- en computerzetsel, en sinds de uitvinding van de automatische leesmachine (de scanner) veranderingen ontstaan die een editeur niet meer kan beoordelen met alleen een analytisch-bibliografische scholing. Kennis van de nieuwste technische mogelijkheden is noodzakelijk om de documentaire bronnen te kunnen beoordelen. De verschuiving van de hoogdruktechniek als meest gebruikte bij de boekproduktie naar de vlakdrukprocédés moet hierbij als cesuur genomen worden. Wanneer boeken rechtstreeks van loden letters gedrukt worden (of van afgietsels daarvan), is er sprake van hoogdruk: de inkt komt op verhoogde gedeelten en die worden afgedrukt. Wanneer de inkt op platen aangebracht wordt die chemisch bewerkt zijn, zodat bepaalde beeldgedeelten (de letters) inkt vasthouden, andere niet, en deze afgedrukt worden, noemt men dit vlakdruk. |
|