Naar de letter
(2003)–Marita Mathijsen– Auteursrechtelijk beschermdHandboek editiewetenschap
5.3. Autopsie van gedrukte werkenNa het samenstellen van de subjectieve bibliografie ‘op papier’ volgt het doorzoeken van catalogussen om vindplaatsen van de titels te achterhalen en bibliotheekbezoek om de boeken in handen te kunnen nemen. In de praktijk zal de editeur in dit stadium al over de nodige gegevens van bewaarplaatsen beschikken, aangezien bibliografieën als de stcn en de Belgica typographica uitgaan van het huidige bezit van bibliotheken en bij de titelbeschrijvingen ook de vindplaatsen vermelden. Geen van de grote Nederlandse bibliotheken beschikt over een recente gedrukte catalogus. Voor het achterhalen van de bewaarplaatsen van titels in verschillende Nederlandse bibliotheken raadpleegt de editeur allereerst de | |
[pagina 110]
| |
Nederlandse Centrale Catalogus (ncc) online via het pica-systeem, waarop de meeste grote bibliotheken aangesloten zijn. Hierin zijn aanwinsten verwerkt vanaf 1983. Het kan daarbij ook gaan om oudere titels (in de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek zijn alle drukken tot 1800 online raadpleegbaar), maar in het algemeen moet men voor oudere titels de Centrale Catalogus (cc) in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag raadplegen. De cc is een fichecatalogus op het bezit van de meeste - helaas niet alle - bibliotheken in Nederland.Ga naar voetnoot30 In 1983 werd de cc afgesloten. Informatie over titels in de cc kan telefonisch ingewonnen worden. Het boekenbezit van een groot aantal wetenschappelijke bibliotheken in België is raadpleegbaar op de cd-rom Collective catalogue Belgium ccb. Lopende en recente tijdschrifttitels zijn online op te vragen in de grote bibliotheken. Voor de bewaarplaats van oudere titels kan de Centrale catalogus van periodieken (ccp) en de Centrale catalogus van dag-, nieuws- en weekbladen (ccd) geraadpleegd worden, die ook signaturen geven. Bij de ccp en ccd zijn meer bibliotheken en instellingen betrokken dan bij pica. De derde en tot nu toe laatste uitgave-in-boekvorm van de ccp verscheen in 1983. Van de ccd verscheen de laatste druk in 1989. Zowel voor de cc als de ccp geldt dat men hem niet als een volledig betrouwbaar bibliografisch hulpmiddel kan hanteren. Zo merkten de samenstellers van een bibliografie van negentiendeeeuwse almanakken dat een derde deel van de almanakken in het bezit van de ub Leiden niet in de ccp was opgenomen. Voor België is er de online catalogus Antilope: lopende periodieken aanwezig in Belgische universitaire, wetenschappelijke en speciale bibliotheken, een catalogus van lopende tijdschrifttitels aanwezig in 62 Belgische bibliotheken en instellingen.
Als de centrale catalogussen geen uitkomst bieden, zal de editeur ter plaatse moeten achterhalen of bepaalde werken aanwezig zijn in een collectie. Bovendien zijn er nogal wat verzamelingen niet verwerkt in de cc, ccp en ccd of niet toegankelijk via pica. Verschillende provinciale bibliotheken, bibliotheken van gemeentearchieven, verenigingsbibliotheken en dergelijke komen daarin niet voor. Sinds de komst van de computer wordt er in veel bibliotheken met twee systemen naast elkaar gewerkt: de ‘oude’ fichecatalogus - die twee verschijningsvormen heeft: de kaartenbakken en de zgn. Leidse boekjes - en een online-systeem. Zo lang nog niet alle titels uit de kaartcatalogus in het onlinesysteem zijn opgenomen, zal de bibliotheekbezoeker beide systemen moeten raadplegen. Ook met microfiches, de zogenaamde com-catalogus, wordt nog wel gewerkt. Over het algemeen geldt dat men niet te veel op de informatie uit de catalogus kan afgaan. Vooral bij drukaanduidingen vindt men vaak onjuiste of incomplete informatie. Soms kan ‘creatief zoeken’ in een catalogus, dat wil | |
[pagina 111]
| |
zeggen niet alleen op auteur, maar ook op titel, ondertitel, inleider of samensteller, exemplaren boven water brengen die onlogisch beschreven zijn. Als er twee verschillende catalogussen zijn, bij voorbeeld een aparte tijdschriftenen een aparte pamflettencatalogus, kan het de moeite lonen ook in de minder voor de hand liggende te zoeken. Sommige bibliotheken verwerken dubbele exemplaren niet in de publiekscatalogus. Wanneer het om oudere titels gaat, kan het raadzaam zijn daar navraag naar te doen. Het komt ook voor dat er wel een beschrijving van een titel aangetroffen wordt, maar het bijbehorende exemplaar niet gevonden wordt in de magazijnen, bij voorbeeld omdat het verkeerd opgeborgen is. Dergelijke exemplaren kunnen slechts zelden teruggevonden worden. | |
5.3.1. Openbare en wetenschappelijke bibliotheken in Nederland en BelgiëDe universiteitsbibliotheken en de Koninklijke Bibliotheken hebben in Nederland en België een bewaarfunctie: zij conserveren oude drukken. Openbare bibliotheken verwijderen versleten en weinig gevraagde exemplaren uit de collectie, en hebben daardoor aan een editeur vaak weinig te bieden, maar onverwachte vondsten zijn zeker niet uitgesloten. Zo bewaart de Openbare Bibliotheek van Arnhem een bijzondere collectie negentiendeeeuwse drukken en de Stads- of Athenaeumbibliotheek Deventer heeft speciale verzamelingen Bilderdijk, Achterberg, Couperus en Bosboom-Toussaint. De voor letterkundig onderzoek belangrijkste bibliotheken in Nederland zijn de bibliotheken van universiteiten met een letterenfaculteit (Amsterdam uva en vu, Utrecht, Leiden, Groningen, Nijmegen, Tilburg, Maastricht), de bibliotheek van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (knaw) en de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Voor België zijn dit de universiteitsbibliotheek van Leuven en die van Gent, de Stadsbibliotheek van Antwerpen en de Koninklijke Bibliotheek Albert I in Brussel. Dit betekent natuurlijk niet dat men zijn zoektocht tot deze bibliotheken kan beperken. Ook de overige universiteitsbibliotheken - bij voorbeeld die van de Erasmus Universiteit te Rotterdam en zelfs van de Technische Universiteit te Delft - kunnen belangrijke exemplaren in hun collectie hebben. In de bibliotheken van gemeente- en (provinciale) rijksarchieven worden soms de publikaties van de regionale en plaatselijke uitgevers bewaard, ook al omdat die in bepaalde tijden de plicht hadden exemplaren daar aan te bieden.Ga naar voetnoot31 Voor adressen van gemeente- en (provinciale) rijksarchieven raadpleegt men de Almanak van het Nederlands archiefwezen (vanaf 1991). Sommige instellingen hebben eigen bibliotheken. Zo zijn er nogal wat kloosters met eigen boekerijen.Ga naar voetnoot32 Ook kunstverenigingen en sociëteiten hebben soms een eigen | |
[pagina 112]
| |
collectie (zie 5.3.3). Voor het achterhalen van de adressen en openingstijden van alle in Nederland gevestigde openbare, wetenschappelijke en speciale bibliotheken is er de Nederlandse archief-, bibliotheek- en documentatiegids; voor België zijn er de Vlaamse bibliotheek- en documentatiegids en het Repertorium van het oude boekenbezit in België van Daems en Van Tuycom. Een uitstekende gids op dit gebied is ook de Research guide to libraries and archives in the Low Countries van Brogan.Ga naar voetnoot33 | |
5.3.2. Buitenlandse bibliothekenEr zijn weinig buitenlandse bibliotheken die systematisch Nederlandse letterkunde verzameld hebben. Toch is er een aanzienlijke collectie (vroege) Nederlandse drukken in de British Library te Londen, in de Library of Congress in Washington, in de Parijse Bibliothèque Nationale en in de Herzog August Bibliothek te Wolfenbüttel. Ook de Österreichische Nationalbibliothek in Wenen en de kb Kopenhagen bezitten voor de neerlandistiek interessante collecties. Het kan raadzaam zijn andere buitenlandse bibliotheken in het onderzoek te betrekken. Wanneer een auteur in het buitenland vertoefd heeft of in een van de voormalige koloniën, spreekt het vanzelf dat de bibliotheken daar onderzocht worden. Een belangrijk naslagwerk voor bibliotheekbezoek in het buitenland is International loan services and union catalogues (1980). In deze gids worden per land de nationale bibliografieën, de gedrukte centrale catalogussen en de niet gedrukte centrale catalogussen vermeld. Daarnaast zijn er de World guide to libraries (1987) en de World guide to special libraries (1983) en voor België en Luxemburg de Research guide to libraries and archives in the Low Countries van Brogan. Wanneer men op zoek is naar vindplaatsen buiten Nederland en België van bepaalde titels raadpleegt men - alvorens naar het buitenland af te reizen - de diverse gedrukte catalogussen, cd-rom's en online-systemen. Zo zijn er gedrukte catalogussen van de Bibliothèque Nationale te Parijs, van de British Library in Londen en de National union catalog van de Amerikaanse bibliotheken. De catalogus van de British Library is ook op cd-rom raadpleegbaar. Sommige catalogussen zijn op microfiche in Nederland beschikbaar.
Via het Interbibliothecair Leenverkeer (ibl) kunnen boeken uit het buitenland aangevraagd worden. In het algemeen duurt het enige maanden voordat een aanvraag gehonoreerd wordt. Boeken van vóór 1900 worden vaak niet uitgeleend. | |
5.3.3. Bibliotheken van instellingen en particulierenBehalve de openbare en wetenschappelijke bibliotheken zijn er andere instellingen die mogelijk materiaal voor een letterkundig onderzoek herbergen. | |
[pagina 113]
| |
Sommige musea hebben belangrijke bibliotheken: het Rijksmuseum in Amsterdam bij voorbeeld, Teylers Museum in Haarlem, het Amsterdams Historisch Museum en Museum Meermanno Westreenianum/Museum van het boek in Den Haag. Van deze bibliotheken is het bezit van het Rijksmuseum en van Meermanno in de cc opgenomen. Van de bibliotheek van Meermanno bestaat ook een (verouderde) driedelige catalogus.Ga naar voetnoot34 Een systematische ingang op alle bestaande bibliotheken van archieven en musea is er niet, dus de editeur moet hier aan de hand van bij voorbeeld biografische gegevens over zijn auteur afwegen of een bepaalde zoekweg ingeslagen moet worden.Ga naar voetnoot35 Dan zijn er ook nog gesloten collecties. We noemden eerder al de bibliotheken van kloosters, sociëteiten en kunstverenigingen. Noch de instellingen die in aanmerking komen, noch de samenstelling van de collecties zijn vastgelegd in gidsjes of vergelijkbare overzichten. De inventiviteit van de editeur moet hier uitkomst bieden. Een uitzondering vormt de prachtige particuliere Bibliotheca Philosophica Hermetica (bph) in Amsterdam, die wel een catalogus heeft van een deel van haar bezit, waaronder veel zeldzame vroege drukken.Ga naar voetnoot36 Wanneer de uitgever van de auteur nog als zodanig werkzaam is, kan een bezoek aan het uitgeversarchief waar exemplaren van eigen uitgaven bewaard worden, nuttig zijn.
Voor adressen van antiquariaten raadplege men de Gids voor Nederlandse antiquariaten, het Repertorium van Belgische antiquariaten en tweedehandsboekhandelsGa naar voetnoot37 en voor Amsterdam het jaarlijks bijgewerkte vouwblad Antiquariaten & tweedehands boekwinkels te Amsterdam. De meest vooraanstaande antiquariaten en veilinghuizen in Nederland, die ook catalogussen verzorgen, adverteren in het blad voor boekenliefhebbers, De boekenwereld. Daaronder zijn Schuhmacher (Amsterdam), Forum ('t Goy-Houten), Beijers (Utrecht), Van Gendt (Amsterdam), Van Stockum (Den Haag), Bubb Kuyper (Haarlem) en Burgersdijk & Niermans (Leiden). Veilingen en catalogussen worden in De boekenwereld aangekondigd. Veel antiquariaten hebben een grote collectie zeldzame exemplaren. In het algemeen kan een antiquaar geen informatie geven over de koper van een exemplaar dat ooit in zijn collectie was, maar als een boek op een veiling verkocht is, kan de eigenaar vaak wel achterhaald worden. Op de Bibliotheek van de Koninklijke Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels worden veilingcatalogussen met aantekeningen over de kopers bewaard. |
|