waar een editeur mee te maken krijgt, aan de orde komen. Het boek geeft aanwijzingen voor oplossingen. Ik heb geen strakke en rigide regels opgesteld die editeurs al dan niet gedwee kunnen opvolgen. Elke tekst brengt zijn eigen problemen mee, en eenheidsvoorschriften zijn er niet te geven voor een editie. Wel heb ik ernaar gestreefd richtlijnen te geven en in de terminologie duidelijkheid te brengen. Ook hoop ik dat er een consensus bereikt wordt over de eisen van een wetenschappelijke editie.
Het Handboek behandelt zowel de editie van manuscripten als die van gedrukte werken. De nadruk ligt op literaire teksten, maar eigenlijk zijn er geen principiële verschillen tussen de werkwijzen bij het editeren van literaire, filosofische, geschiedkundige of andere teksten. De voorbeelden zijn voornamelijk gekozen uit de Nederlandse literatuur van na de uitvinding van de boekdrukkunst tot in het heden.
Met een aantal beperkingen moet de gebruiker rekening houden. Het editeren van middeleeuwse - en oudere - handschriften blijft buiten beschouwing. Door de achterliggende overleveringsgeschiedenis heeft het uitgeven van deze handschriften een eigen problematiek die op edities van modernere teksten niet van toepassing is. Ook op het editeren van teksten uit de allereerste periode van de drukkunst, de tijd van de wiegedrukken ga ik niet in, omdat binnen de boekwetenschap een specialisme voor die periode ontwikkeld is. De analytische bibliografie is een specialisme dat wel verwant is aan de editiewetenschap, maar eigen doelstellingen heeft. Toch is kennis van de analytische bibliografie noodzakelijk voor elke editeur die reeds eerder gedrukte werken uitgeeft. Hierin geef ik een beknopte inleiding, wetend dat de analytische bibliografie het best in de praktijk geleerd kan worden, bij voorbeeld door deelname aan een cursus. De theoretische discussies over het editeren zijn alleen weergegeven als ze van direct belang zijn voor de praktijk. Oudere discussies, van vóór 1970, zijn verwerkt wanneer ze nog steeds geciteerd worden. Dat de voorbeelden zijn toegespitst op de Nederlandse literatuur heeft tot gevolg dat enkele teksten vaak aangehaald worden. Niet omdat ze zo uniek zijn, maar omdat er goede edities van bestaan waarin de tekstproblematiek duidelijk zichtbaar geworden is. Een zekere bevoordeling van de negentiende eeuw zal de lezer niet ontgaan - zelfs de schrijver van een handboek editiewetenschap kan haar voorkeuren niet altijd bedwingen.
Het Handboek is zo opgezet dat de lezer door de hoofdstukken te volgen stap voor stap de werkwijze bij een editie leert kennen. De opeenvolging van de hoofdstukken loopt dus synchroon met de werkwijze, zij het dat ik af en toe uitweid om extra informatie te geven die ik noodzakelijk acht voor de editeur. Toch kunnen de hoofdstukken ook afzonderlijk geraadpleegd worden. Naar de letter begint met een zeer beknopte vakgeschiedenis voor zover die nodig is om een lijn te kunnen trekken van de klassieke filologie naar de moderne teksteditie die ontstaat met Lachmann. De opkomst van de verschillende editiescholen in Duitsland en in de Angelsaksische landen wordt geschetst, en de invloed daarvan in Nederland. Ik vervolg met de vragen die