De memoires
(2006)–Wilfried Martens– Auteursrechtelijk beschermdLuctor et emergo
[pagina 851]
| |
44
| |
[pagina 852]
| |
Liefde is de drijvende krachtIk heb het heel moeilijk met die hoge eis omdat ik ervaar dat de liefde in haar diverse vormen op dezelfde wijze wordt beleefd door gelovigen en niet-gelovigen in alle mogelijke vormen. Er is niet alleen de liefde tussen man en vrouw, of tussen ouders en kinderen. Er is ook de dienstbare liefde voor je naaste, er zich voor inzetten en blijven volharden. De schrijfster Marguerite Yourcenar heeft het in haar werk over mensen die overtuigde humanisten waren maar als heiligen door het leven gingen. Die opvatting wil ik met haar delen en daarom voel ik ook de grootste eerbied voor andere levensovertuigingen. Door zijn betrokkenheid op zijn medemens kan zowel een niet-gelovige als een gelovige een heilig bestaan leiden. Ik vraag me dikwijls af waarom ook zij niet kunnen behoren tot de gemeenschap der Heiligen. Ik heb geen deterministische visie op het leven. Wij worden niet geboren met een vooropgezet doel. Als er een kracht is die ons leven stuurt, dan is het de liefde. In een van de gesprekken met Hugo De Ridder in 1991 zei ik dat twee grote passies ons kunnen beheersen en ons tot sublieme daden kunnen drijven: de dienst aan de gemeenschap en de liefde. Maar niemand, ook de politicus niet, is in staat grote dingen te doen als hij zich emotioneel niet gedragen voelt. De dienst aan de gemeenschap is het doel van de politiek en de populariteit die ermee verbonden is voert naar de massa maar verbreekt de afzondering niet, zoals Theo Lefèvre ooit zei. De liefde daarentegen breekt de afzondering wel en verlost de mens uit de eenzaamheid. ‘En voorts is er het geloof dat alles wat ik doe een betekenis heeft die verder reikt dan het leven hier. De waarden die in het Boek der Boeken liggen, daar put ik uit. Het leven dat ik hier ken, is maar een voorbereiding op een ander leven. Als mijn leven niet onopgemerkt voorbijgaat en voor de hele samenleving iets betekent, dan heeft mijn ster in Gods heelal toch even geschitterd.’Ga naar eind429 | |
Medemens en naasteIk heb verteld dat ik diep was getroffen door Politiek en geloof, de Essays van Paul Ricoeur. In 1968 waren ze in het Nederlands verschenen en ik las en | |
[pagina 853]
| |
herlas ze. Ze onderbouwden mijn jong politiek bestaan. Dit slothoofdstuk wijd ik aan reflectie en bezinning en ik zie in verwondering om naar mijn maatschappelijke en politieke inzet. Nu ik poog dit engagement te ontcijferen, is Paul Ricoeur andermaal mijn ongeëvenaarde fellow traveller. Het eerste hoofdstuk uit Ricoeurs essays, Medemens en naaste, bevat de kern van deze hele problematiek. Ad Peperzak, die Politiek en geloof in het Nederlands vertaalde, vat haar als volgt samen: ‘De christen hoort in de verkondiging van het evangelie één enkele, absolute eis: Bemin uw naaste! Parabel en profetie roepen de toehoorder op om daarvan in woord en daad getuigenis te geven. (...) De eis van de liefde die mij tot naaste van een naaste maakt, staat tegenover een sociologische en historische kijk op de samenleving, waarin structuren en instituties het hoofdthema zijn: de liefdevolle omgang die van moment tot moment uitgevonden moet worden, schijnt iets heel anders dan een ordening die beheerst wordt door de eisen van sociaaleconomische en politieke technieken, en waarin de mensen elkaar slechts via hun functie bereiken. (...) Hoe is de spanning tussen de evangelische liefde en de feitelijkheid van onze moderne samenleving te begrijpen en te beleven? Wat is de betekenis van de huidige wereld in het licht van de christelijke verkondiging?’Ga naar eind430 Ricoeur beklemtoont de historische reikwijdte van de liefde en de hele rijkdom die schuilt in de dialectiek van medemens en naaste. ‘Soms voltrekt de persoonlijke relatie tot de naaste zich via de relatie tot de medemens; soms ontwikkelt zij zich in de marge van de maatschappelijke relaties; soms ook zijn beide soorten relaties met elkaar in tegenstelling.’ Verwijzend naar de parabel van de barmhartige Samaritaan betoogt hij dat de naaste ook de dubbele eis van het dichtbij en van het veraf betekent: ‘Zo was de Samaritaan nabij omdat hij naderbij kwam, en veraf omdat hij de niet-Jood bleef die op zekere dag een onbekende van de straat opraapte.’Ga naar eind431 De naaste is de persoonlijke manier waarop ik een ander mens ontmoet, onafhankelijk van iedere maatschappelijke bemiddeling. Het is een ontmoeting waarvan de zin ontsnapt aan iedere beoordeling vanuit de geschiedenis. De uiteindelijke zin van de instituties, dus van die maatschappelijke bemiddeling, is de dienst die zij kunnen bewijzen aan personen. Als niemand er voordeel bij heeft, zijn de instellingen zinloos. Maar hun betekenis blijft verborgen omdat niemand hun weldaden kan schatten. ‘De liefde vindt men niet noodzakelijk dáár waar zij zich tentoonspreidt; zij | |
[pagina 854]
| |
bestaat ook verborgen in de nederige en abstracte dienst van de posterijen en van de sociale verzekeringen; heel dikwijls is zij de verborgen zin van het sociale. Laatste Oordeel wil zeggen, dat wij “geoordeeld zullen worden” naar hetgeen we in het kader van zeer abstracte instituties en zelfs zonder dat wij het wisten, gedaan hebben voor individuele mensen. De dienstbare liefde aan individuele mensen zal tenslotte het doorslaggevende zijn. Dat is precies wat wonderlijk blijft. Want we weten niet wanneer wij de personen bereiken. Wij dachten deze onmiddellijke liefde te hebben beoefend in de “korte” relaties van mens tot mens, maar onze liefde was vaak niets anders dan exhibitionisme; en wij dachten dat we niemand hadden bereikt in de “lange” relaties van het werk, de politiek enz., maar misschien vergisten wij ons ook daarin. De maatstaf voor de menselijke relaties schijnt te zijn: “Bereiken wij individuele mensen?” Maar wij hebben niet het recht noch de macht deze maatstaf te hanteren.’Ga naar eind432 | |
Adam is dé mens en AnthroposIn 1960 hernam Paul Ricoeur deze gedachtegang in L'image de Dieu et l'épopée humaine.Ga naar eind433 ‘Ik kan hier de weg inslaan die ik enige jaren geleden genomen heb in het opstel Medemens en naaste’, zegt hij. ‘Ik heb toen de “korte” relaties van mens tot mens - relaties met de naaste - vergeleken met de “lange” relaties die lopen via de instituties en de maatschappelijke organen - relaties met de medemens. Het beeld van God stelt ons in staat om uit te gaan van wat toen het eindpunt was, namelijk de diepgaande en verborgen eenheid van al deze relaties in het teken van de theologie van de liefde, die tegelijk een theologie van de geschiedenis is. De kerkvaders wisten dat de mens ondeelbaar individueel en collectief is. De mens - dat is iedere mens én de gehele mensheid. Sommige van hen wisten nog dat Adam wil zeggen: de mens, anthropos. Zij waren in staat zich een collectief individu voor te stellen, een individu dat geldt als een volk, een collectief, dat zich vertakt in individuele gedachten, willen en gevoelens.’ ‘Zij begrepen deze paradox nog’, zegt Paul Ricoeur, ‘omdat ze de historische en kosmische dimensie van het beeld van God hadden bewaard. Het ligt voor de hand, dat deze paradox ons, mensen van vandaag, verwondert: als nooit te voren dreigt onze mensheid in tweeën te breken tussen de korte | |
[pagina 855]
| |
relaties van de vriendschap, het echtpaar en het privéleven aan de ene kant, en de lange relaties van het economische, sociale en politieke leven aan de andere kant. Deze dichotomie van het private en het publieke, waardoor beide onzinnig worden, is precies het tegendeel van een antropologie die haar aanzet krijgt van een meditatie over het beeld van God.’Ga naar eind434 | |
De kracht van verzoeningHoe kan een politicus het ideaal van Paulus beleven zoals hij dat in zijn brief aan de Korintiërs beschreef? Want Paulus heeft het niet over de liefde tussen man en vrouw, maar over de broederliefde tussen de christenen in hun eerste gemeenschap: ‘De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze.’Ga naar eind435 Mijn motto luidt Luctor et emergo, ik worstel en ik kom weer boven. Ik vecht, desnoods ga ik tegen de stroom in. Maar als het politieke beleid en het partijleven volledig worden verzakelijkt en vermanaged; wanneer onverschilligheid en cynisme de bovenhand halen en de menselijke verbondenheid verdwijnt, dan is er persoonlijke moed nodig om te blijven standhouden. Het vergt dan veel geduld en trouw om alles te verdragen, alles te geloven, alles te hopen en in alles te volharden. In die geest poogden Herman Van Rompuy en ikzelf steeds onze overtuiging te uiten. Desondanks kenden wij tussen ons beiden lange periodes van strijd, onenigheid en stilzwijgen. Na de verkiezingen van 2003 spraken wij elkaar voor het eerst sinds lange tijd. Herman zei nadien aan Knack dat ik op het lijstje stond van de mensen met wie hij zich nog voor zijn dood wilde verzoenen. Voor mij gold dat ook. Nu spreken wij weer met elkaar. Het leven gaat verder en de dingen uit het verleden zijn definitief begraven. Wanneer mensen bereid zijn met elkaar te spreken, dan kan elk probleem tussen hen worden opgelost. In de persoonlijke relaties gaat niets boven de kracht van de verzoening. Naar het beroemde woord van Václav | |
[pagina 856]
| |
Havel moeten wij in de waarheid leven. En volgens de apostel Paulus vindt de liefde vreugde in de Waarheid. | |
Het uur van de christendemocratenDit ideaal moet ik nu toepassen op onze christendemocratische beweging in Europa, in mijn land en in Vlaanderen. Ik werk samen met 65 partijen uit de katholieke, protestantse, orthodoxe, joodse, anglicaanse en moslim-tradities. Ondanks ieders specifieke origine en verschillende politieke cultuur zijn wij in de Europese Volkspartij verenigd rond eenzelfde mensbeeld. Elke mens heeft een onvervreemdbare waarde en is het onderwerp en niet het voorwerp van de geschiedenis. Doordrongen van de joods-christelijke waarden zijn iedere man en iedere vrouw voor ons een persoon; zij zijn van nature gelijk en gelijkwaardig, uniek, onvervangbaar, tot niets anders te herleiden, vrij en open voor transcendentie. Omdat hij vrij, solidair en verantwoordelijk is, moet iedere mens deelnemen aan de opbouw van de samenleving. Voor velen onder ons berust dit op het geloof dat wij geroepen zijn bij te dragen tot het bevrijdend en scheppend werk van God. Vrijheid is inherent aan de mens en vormt het recht en de plicht van eenieder om voor zijn daden en keuzen ten volle verantwoordelijk te zijn en ook verantwoordelijkheid te dragen voor medemens en Schepping. Dit mensbeeld, dat een centraal punt bekleedt in het Basisprogramma van de Europese Volkspartij, wordt door al onze lidpartijen erkend en verdedigd, ook door onze moslimpartijen AKP (Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling) van eerste minister Recep Tayyip Erdogan in Turkije en SDA (Partij voor Democratische Actie), de belangrijkste partij in Bosnië-Hercegovina. Wij erkennen dat de mens van nature feilbaar is omdat de Waarheid transcendentaal is en niet volledig toegankelijk: ‘Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ikzelf gekend ben.’Ga naar eind436 Bill Clinton zei over dit vers uit de brief aan de Korintiërs: ‘Waarom is het belangrijk andere mensen met liefde en respect te bejegenen? Omdat je door de spiegel van het aardse leven maar een vaag beeld hebt. Omdat mensen feilbaar zijn. En daarom vind ik dat politici weliswaar kunnen | |
[pagina 857]
| |
handelen vanuit hun geloof en hun waarden, maar tegelijk nederig genoeg moeten zijn om te beseffen dat ze, zoals Paulus zei, de waarheid nooit in pacht kunnen hebben. Mij kan het niet schelen of je een progressieve democraat of een conservatieve republikein bent, een moslim, christen, jood, hindoe of boeddhist: zolang je maar weet dat je de waarheid hooguit gedeeltelijk kunt kennen. Met andere woorden: dat je het ook bij het verkeerde eind kunt hebben.’Ga naar eind437 Het is onmogelijk een volmaakte maatschappij, zonder wrijvingen of tegenspoed, te concipiëren of op te bouwen. Wij moeten onze samenleving voortdurend verbeteren en daarbij steunen op referentiewaarden en regulerende beginselen die gemeenschappelijk worden vastgesteld. Daardoor kunnen conflicten tussen mensen en problemen en uitdagingen van de hele mensheid vreedzaam worden voorkomen, beheerst en geregeld. Die referentiewaarden zijn voor ons vrijheid en verantwoordelijkheid, fundamentele gelijkheid, rechtvaardigheid en solidariteit. Zij zijn onderling afhankelijk en universeel toepasbaar. Sinds de val van de Berlijnse Muur zoekt de Europese samenleving naar een nieuwe identiteit. De ideologische, politieke en militaire confrontatie heeft plaatsgemaakt voor openheid, verstandhouding en samenwerking. Maar diepgaande wijzigingen bevatten ook onzekerheden, risico's en gevaren voor conflict. Onze democratieën worstelen met een diepe waardecrisis en het politieke bestel wordt tot in zijn wortels geraakt. Men heeft betoond dat het uur van de christendemocraten was aangebroken. Tijdens de voorbije vijftien jaar liepen wij ook ontgoochelingen op. Wij bleven ons fel bewust van de gevaren, verleidingen en dwaalsporen die met het zoeken naar die nieuwe Europese identiteit zijn verbonden. Wij hadden geen pasklare oplossingen, maar wij handelden op basis van fundamentele waarden en beginselen die ons de juiste richting aanwezen. | |
Het gevaar van nationalismeOok vandaag is ondanks de teloorgang van het marxisme-leninisme het einde van de ideologieën niet in zicht en verloopt hun wedijver geheel anders dan voorheen. De socialistische partijen hebben geheel of ten dele het oude model van de klassenstrijd afgezworen. Het beantwoordde hele- | |
[pagina 858]
| |
maal niet meer aan de verzuchtingen van onze medeburgers. De sociaaldemocraten waren consequenter. Maar zij blijven de verantwoordelijke samenleving en de intermediaire instellingen wantrouwen. Zij hechten een buitensporig belang aan de actie van de staat, die het maatschappelijk weefsel al te sterk bezet. De liberale doctrine heeft op het eerste gezicht troeven in handen. De vrijemarkteconomie bracht een welvaartspeil tot stand dat met andere systemen onmogelijk was gebleken. Maar het neoliberalisme verwaarloost de sociale component. Het onderstreept te eenzijdig de individuele inspanning zonder oog te hebben voor de zwakkeren in de samenleving. Dit leidt tot nieuwe confrontaties en conflicten en tast de solidariteit aan. De groene doctrine doet een beroep op de mens en bevordert de levenskwaliteit. Maar zij vertoont de verleiding om natuur en aarde te verabsoluteren en zich tegen iedere technologische en economische vooruitgang te verzetten. Daardoor dreigt zij de vrije ontplooiingskansen te beperken en uiteindelijk niet bij te dragen tot de eerbied voor de Schepping. Het gevaarlijkste antwoord op de val van het communisme komt van de nationalistische ideologie. Vaderlandsliefde en het streven tot een gemeenschap te behoren maken deel uit van de levenservaring van iedere mens en moeten legitiem worden ondersteund. Maar het nationalisme is onaanvaardbaar wanneer het absoluut wordt en andere waarden en verantwoordelijkheden negeert zoals de loyaliteit ten aanzien van de democratische staat, de rechten van de minderheden, de vrede tussen de buurlanden, de samenwerking tussen de volkeren en de wereldsolidariteit. | |
De noden van de gehele menselijke persoonWij zijn ons ten volle bewust van de zwakheden van deze ideologieën die ons uiteindelijk slechts op een dwaalspoor kunnen brengen. Maar de christendemocraten verwerpen evenzeer een louter pragmatische benadering en de pure realpolitik. Wij werken aan een alternatief met hen die een menselijke samenleving willen opbouwen. Onze maatschappij kan er zich niet toe beperken alleen maar de materiële behoeften te bevredigen. De noden die de gehele menselijke persoon aangaan en de ontplooiingskansen om ze te vervullen, zijn bepalend voor de verwezenlijking van zijn geluk. | |
[pagina 859]
| |
De Europese samenleving is onderhevig aan talrijke tegenstrijdige ontwikkelingen die haar interne samenhang op de proef stellen. Nooit voorheen betekende de demografische ontwikkeling zo'n uitdaging voor de komende generaties. De grote migratiegolven zijn een gevolg van overbevolking in bepaalde regio's en van de aantrekkingskracht van de ontwikkelde en stabiele landen. De kloof tussen rijk en arm blijft één van de grote tragedies van onze tijd. In Europa bestaat bovendien de problematiek van de vergrijzing. Zij heeft enorme gevolgen voor onze toekomst en voor het belang dat aan de solidariteit en de zorg voor de medemens zal worden gehecht. De economie wordt geglobaliseerd zonder dat haar groeiende onderlinge afhankelijkheid is georganiseerd. Het uitputten van natuurlijke hulpbronnen, het verspillen van energie en het risico van milieurampen moeten deel uitmaken van ons bewustzijn. De technologische en wetenschappelijke vooruitgang mag onze eerbied voor de natuur en haar grenzen niet doen verliezen. De wetenschap is niet alleen een bron van zorg maar ook van toekomstige welvaart en van welvaartsspreiding. De technologische vernieuwingen zullen de kwaliteit van onze samenleving verbeteren. Europa is niet langer een project dat door leidinggevende politici, het middenveld en de media wordt gedragen. Meer en meer staat het nationaal belang voorop en wordt de solidariteitsgedachte en de Politieke Unie zwaar op de proef gesteld. De publieke opinie ervaart onvoldoende de weldaden van het Europese integratieproces en haakt af. Sinds de toetreding van acht Midden-Europese landen is de Europese Unie bovendien uitbreidingsmoe. Het gevaar bestaat dat een politieke generatie verzaakt aan de realisatie van een historische missie die zij in opvolging van de founding fathers tot een goed einde dient te brengen. | |
Tekenen van hoopOppervlakkige en misleidende overinformatie kan leiden tot het volledig verdwijnen van verantwoordelijkheidszin en het aanvaarden van puur emotionele elementen in politieke beslissingen. Zij kan een klimaat van onzekerheid, verwarring en apathie scheppen en de indruk opwekken dat er voor alle problemen gemakkelijke oplossingen bestaan. De basiselementen | |
[pagina 860]
| |
van de maatschappelijke consensus, die in de Europese samenleving tot stand werd gebracht, worden bedreigd door het heropleven van rassenhaat en nationalisme en het toenemen van agressiviteit en criminaliteit. De christendemocraten beweren niet dat zij deze evoluties kunnen beheersen met pasklare oplossingen. Wij zijn ons zeer bewust van de risico's maar wij richten onze actie op de tekenen van hoop die in onze samenleving-bestaan. Het einde van het Oost-Westconflict heeft de kans op duurzame wereldvrede ingeluid en besparingen op defensieuitgaven mogelijk gemaakt zodat meer geld kan worden besteed aan ontwikkeling. Voor vele wereldproblemen wordt gestreefd naar een consensus via internationale organisaties. Een juridische wereldorde wordt voorbereid. De parlementaire democratie kent een onstuitbare opgang en het westers consensusmodel, dat de socialemarkteconomie aan de democratie verbindt, beleeft grote successen. De combinatie van politieke en economische vrijheid wordt nu in de wereld (bijna) overal aanvaard. Zij moet er ons definitief toe aanzetten aan dit model trouw te blijven. Dankzij het Europese integratieproces kennen wij vrede, veiligheid en welvaart op dit continent. De Europese Unie vormt een waarborg voor de consolidatie van de nog jonge democratieën in het Oosten en kan bijdragen tot de economische relance in het Westen. De aanwezigheid van diverse talen, culturen en religies biedt kansen aan eenieders persoonlijk leven en vormt een permanente uitdaging voor het samenleven in Europees verband. De waardebeleving van de Europese burgers neemt diverse vormen aan. Zij zijn zeer verscheiden en lijken dikwijls tegenstrijdig: terugplooien op de privésfeer; toename van materialisme, individualisme en cynisme gekoppeld aan het ineenstorten van alomvattende idealen; maar tegelijkertijd ook bereidheid tot een duidelijk engagement en specifieke uitdagingen met een verlangen naar echte zingeving van het leven en hunkering naar beleving van verantwoordelijkheid, trouw en geborgenheid. Wij, christendemocraten, willen een bijdrage leveren tot deze positieve evolutie van het geestelijk klimaat en de kansen ervan benutten. Vele burgers, of zij al dan niet een band hebben met een kerk of een godsdienst, blijven aanspreekbaar voor samenwerking, engagement en solidariteit. De christendemocratie appelleert vanuit haar politieke traditie op het ‘betere’ | |
[pagina 861]
| |
en het ‘opbouwende’ in elke mens. Zij wil aan het personalisme een hedendaagse betekenis geven. | |
Behoeder van het algemeen belangMaar ik ben mij bewust van de kritiek op de onvolkomen stabiliteit van de Vlaamse christendemocraten inzake opvattingen en maatschappijbeeld. Ik weet wat onze tegenstanders bedoelden als ze zegden dat de CVP hen duizelig maakte. Het is onloochenbaar dat de partij geledingen heeft volgens verschillende sociale standen die niet altijd dezelfde politieke belangen hebben. Het is inderdaad moeilijk om deze christendemocratie in alle omstandigheden bijeen te houden. Haar grote zwakte is meermaals geweest, en kan het opnieuw worden, dat ze wordt herleid tot louter belangenvertegenwoordiging en een amalgaam van mensen of machten die via de politiek aan hun trekken willen komen. Zeer zeker in de jaren zestig en terend op electorale overwinningen na afloop van de schoolstrijd in 1958, gleed de CVP gaandeweg af naar een toestand waarin ze alleen nog de verzameling was van standen die hun vertegenwoordiging op een gouden schaaltje afwogen. Telkens wanneer christendemocraten in een dergelijke situatie belanden, ondervinden ze spoedig de intellectuele en electorale slijtage ervan. Alleen wanneer een inhoud en een objectief worden gevormd, vanuit een synthese die telkens weer moet worden gemaakt en met de stuwkracht van een paar standenloze leidersfiguren erachter, kunnen de christendemocraten zinvol functioneren in ons politiek bestel. Hun grote troef is dat ze, als ze willen, een echte volkspartij kunnen zijn die niet te herleiden valt tot één bepaalde sociale groep die op zijn eigen manier aan belangenbeslechting wil doen. Het is duidelijk dat bij ons zowel de socialisten als de liberalen hun voedingsbodem zoeken in een welbepaalde sociale klasse. Even duidelijk is dat zij nooit kunnen uitgroeien tot duurzame, leidinggevende volkspartijen als ze dat kader niet weten te overstijgen. Omdat de CVP daarin dikwijls wél is geslaagd, is haar historische roeping en rol zo onmiskenbaar: de centrale plaats in ons politiek systeem bekleden en behoeder zijn van het algemeen belang. Dat zijn geen woorden in de wind. Het algemeen belang is als concept definieerbaar en maakt zich voor een politiek leider vanzelf duidelijk | |
[pagina 862]
| |
in zijn dagelijks werk en in de ketting van beslissingen die uit zijn actie voortkomen. De christendemocratie heeft geen betekenis meer als haar leidinggevende elementen niet door dat concept bezield zijn. Zij krijgen soms het verwijt dat ze, in de federale regering, het regionale Vlaamse belang onvoldoende verdedigen terwijl hun Waalse collega's dat duidelijk wel doen. Welnu, hierin zit hem juist het verschil. Het behoort de grote kracht te zijn van een christendemocratische minister dat hij in alle omstandigheden het bestuur van het hele land overziet. Dat geldt uiteraard nog meer voor de eerste minister. Als die zijn zin voor de nationale dimensie verliest, is hij geen echt premier meer. Het is derhalve duidelijk dat een partij die een premier levert, meteen een servituut op zich neemt en de last daarvan moet dragen. Zij accepteert een specifieke verantwoordelijkheid waar de coalitiepartners geen hinder van hebben. Het is precies omdat de christendemocratie is wat ze is dat ze zoveel regeringsleiders leverde. Dat is geen toeval maar een antwoord op een intrinsieke politieke behoefte. De feiten zijn hier welsprekender dan de meest vindingrijke constructies die men op dit vlak zou kunnen bedenken. | |
Grondstroom van het Vlaamse landIk denk dat de bevolking in de komende jaren het koren van het kaf wel zal weten te scheiden, althans wat de partijen betreft. Want een partij die zich bekwaam acht om de consequenties van ons politiek systeem te dragen en dus federale aanvoerders te leveren, moet beschikken over aanvoerders die dat aankunnen. Deze zijn zeldzaam en kunnen niet kunstmatig tevoorschijn worden gebracht via combines of tactische afspraken. Een politieke partij die dit uitgangspunt verwaarloost, kan nooit de doorslag geven of de kern van de zaak bereiken. Binnen CD&V zelf mogen de leidersfiguren zich niet laten verlammen door de vraag die altijd weer opduikt: is CD&V conservatief of gericht op maatschappelijke hervormingen? Zelf heb ik er geen moeite mee CD&V in dat links-rechtsdebat juist te situeren. CD&V vertegenwoordigt visceraal de grondstroom van het Vlaamse land, dat uit zijn aard niet zeer hervormingsgezind is. De grote kunst bestaat erin deze grondstroom van richting te doen veranderen. Dat gebeurt niet met | |
[pagina 863]
| |
spectaculaire voorstellen, men moet veranderingen behoedzaam doorvoeren. Zeer geregeld blijkt dat een belangrijk aantal christendemocraten behoudsgezind denkt op vele terreinen: fiscaal, staatkundig, sociaaleconomisch, ethisch. Ik ben me daar voortdurend van bewust, maar ik weet ook dat onze partij niet sectair is en haar samenleving met affectie tegemoet kan treden. Wat men in en met CD&V wil doen, moet men dan ook telkens weer kalm en voorzichtig doen. Wie zich zo opstelt kan via de partij vruchtbaar werken. Hij of zij weet natuurlijk dat de grote sociale organisaties als het ware haar infrastructuur vormen en het leven van de CD&V-politicus in grote mate zullen bepalen. Maar er ligt nog een belangrijk kiezerscorps buiten deze traditionele structuren. Dat kan slechts worden bereikt wanneer de partij mensen levert die kunnen voldoen aan de vraag naar een goed bestuur, een goede leiding, een knap optreden. Wat de partij buiten haar stamkiezers aan aanhang vermag te winnen, wordt altijd opgebracht door het surplus aan bekwaamheid in die partij. | |
De ruiter en het paardDie bekwaamheid reikt ook verder dan de grenzen van België en Vlaanderen en omvat verbondenheid met de christendemocratie op Europees en wereldvlak. Vijftig jaar lang is er sterk leadership uitgegaan van tenoren uit eigen land. Het mens- en wereldbeeld dat ten grondslag ligt van onze beweging werd geïnspireerd door de Leuvense school van personalisten - in het bijzonder Albert Dondeyne en Jacques Leclercq - en door de sociale leer van de kerk. Het Basisprogramma van Athene - het fundament waarop de Europese Volkspartij is uitgebouwd - werd hier geconcipieerd en uitgewerkt. Onze beweging is uitgegroeid tot de sterkste politieke formatie in Europa. Zij heeft de laatste tijd een grote expansie gekend en omvat ook partijen en bewegingen die door politicologen en sociologen als centrumrechts worden getypeerd. In de simplistische Angelsaksische terminologie, die ook gretig door sommige journalisten bij ons wordt aangewend, noemt men ze altijd conservatief. De echte waarheid is dat de kern van deze grote partij nog steeds wordt gevormd door de christendemocratie in inspira- | |
[pagina 864]
| |
tie, programma en leadership. De grote kwestie die mij voortdurend bezighoudt is mijn zorg om de continuïteit: wie is ertoe bereid? Tijdens een bijeenkomst met al onze eerste ministers en partijleiders, even voor Kerstmis 2005, vroeg de nieuwe Duitse bondskanselier Angela Merkel mij het voorzitterschap van de EVP voor een nieuw mandaat van drie jaar te willen aanvaarden. Ik moest onwillekeurig terugdenken aan een treffend verhaal dat een vriend mij onlangs vertelde. Toen Bismarck ouder werd zei hij tegen de Duitse keizer Wilhelm: ‘Ik kan op mijn leeftijd geen kanselier blijven, ik moet ermee ophouden!’ De keizer antwoordde: ‘Jamaar, ik ben ouder dan u!’ ‘Juist,’ zei Bismarck, ‘maar er is een groot verschil tussen de ruiter en het paard.’ Ik heb Angela Merkel natuurlijk niet geantwoord dat ik het paard van onze partij ben. Ik heb haar wel gezegd dat ik de EVP als mijn kind beschouw omdat ik haar als vader geboren zag worden. Vandaag is de EVP volwassen, maar ik ben bereid in de cruciale tijd die op ons afkomt nog enige tijd te haren dienste te staan... |
|