Vijf versies van 'Vera'
(1962)–H. Marsman– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |||||||||||||
[pagina 64]
| |||||||||||||
aant.1kleine vierkante tuin van het huizencomplex waartoe ook haar kamer behoort. De 2 hooge muren benemen de bloemen beneden haast alle licht. Maar zij, op de hoogste 3 verdieping, ziet ver uit over de daken, die haar in den avond soms een gebergte lijken 4 en soms een kerkhof, waarop de schoorsteenen en de antennes de kruisen zijn. Soms 5 denkt zij aan afbeeldingen van het front met loopgraven, draadversperringen en barri-6cades.... Daar liggen haar dooden: Moeder en Hans misschien en.... - Maar nu schijnt 7 de zon, nu is de Octoberzon zelfs nog zoo warm, ook 's morgens, dat zij haar raam 8 open zet en zich verheugt om het licht. De hemel is wittig, koel-blauw. Duiven klap-9wieken. - En ook zij wordt, uitstarend in den morgen, opgenomen in een blinkend 10 geluk; regent de blijdschap niet van den hemel? Of slaan de vlammen van haar uit naar 11 buiten, en hebben zij allen weemoed verbrand? - Ben ik een sneeuwveld, een zee?.... |
|