Verzamelde gedichten(1941)–H. Marsman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 146] [p. 146] Maannacht in Elche De palmen staan recht en stil. donkerblauw liggen de schaduwen neergeveld. onder het staal van het firmament heerscht het roerlooze zilverblauw. de hemel is hel - en de wereld is zoo stil en verlicht, dat de maan, verlost van haar licht, een onzichtbaar zilveren spoor in de zilveren ruimte verloor. tusschen de palmen het licht. De stilte ademt niet meer. de neerslachtige trots van het woud legt doodstille schaduwen neer op den bodem van 't zilvermeer, in den huiverenden dood. er is geen gerucht en geen wind. ik sta aan den zoom van het woud; aan mijn zijde het zwijgend kind, dat zijn hand in de mijne houdt. maar dan vraagt het: ‘is dit de pool?’ of het denkt dat dit sneeuwwitte veld de poolzee moet zijn van den dood? ik heb het gerust gesteld. [pagina 147] [p. 147] maar terug door het zilveren woud - de palmen staan recht en stil en de schaduwen liggen geveld langs den grond van het zilvermeer - vraagt het bang: ‘wat is het verschil tusschen deze sneeuw en den dood?’ alsof het mijn angst had gehoord ik antwoordde niet en zwijgend liepen wij voort. Vorige Volgende