Verzamelde gedichten(1941)–H. Marsman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 131] [p. 131] Jaloezie Laat mij den angel van 't venijn, door argwaan in uw hart gedreven uittrekken, en een felle pijn de aanvang zijn van het genezen. en laat ons langs het steil ravijn opnieuw den ouden weg betreden die ons terugvoert naar het huis, dat in de duisternis beneden nog aan den voet der heuvel ligt; waar gij zoo eenzaam hebt gestreden, toen leed de liefde had ontwricht; laat uitgeroeid zijn het verleden en uw gelaat weer zacht verlicht. Vorige Volgende