Verzamelde gedichten(1941)–H. Marsman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 98] [p. 98] Drie kwatrijnen Zonder weerklank Volk, ik ga zinken als mijn lied niet klinkt; ik moet verdrogen als gij mij niet drinkt; verzwelg mij, smeek ik - maar zij drinken niet; wees mijn klankbodem, maar zij klinken niet. Verbittering De namen van wie eens mijn vrienden waren werden tot asch tusschen mijn tanden en ik spuw ze uit. eenzaam schijnt men te moeten zijn in deze doode landen; het leven dooft in kaars na late nachtkaars uit. Voor het inslapen In deze kleine kamer vind ik soms nog vrede. al wat daarbuiten ligt heeft voor mij afgedaan; wat rest mij nog, dan ‘Krieg und Frieden’ lezend, tot mijn verwoeste droomen in te gaan? Vorige Volgende