Verzamelde gedichten(1941)–H. Marsman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Regen De regen valt in den nacht in het dal, tusschen donkere bergen; uw haar en uw handen zijn zacht, maar waar, waar moet ik mij bergen in dien laatsten verwilderden nacht als de hitte de overmacht zal verkrijgen op al het zijnde en de dood in de vlammen ons wacht. nu kan ik nog wel bij u schuilen maar hoe zal het zijn in dien nacht als de winden als wolven huilen en de eeuwige vierschaar ons wacht. o God! sta ons bij in het einde; wij zelven zijn zonder kracht. Vorige Volgende