Verzamelde gedichten(1941)–H. Marsman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] De hand van den dichter Glazen grijpen en leegen; veel jagen en reizen; vrouwen omhelzen en streelen; strijden op felle paarden en blinkende wateren splijten; spelen met licht en donker; den dag en den nacht doorrijden onder fluweel en schaduw en flonkrende sterrebeelden. het staat niet in mijn hand gegrift; en een hand is een leven, een lot; ik lees slechts in fijn scherp schrift - en dit geldt voor vroeger en later - weinig liefde en wijn, veel water, soms een racket, een zweep, maar stellig nimmer een zwaard. zoo is mij enkel bewaard langzaam maar vast te verwijven in nijver monnikenwerk: bidden en verzen schrijven geel op geel perkament, en mijn hand alleen te verstrengelen met mijn eigen andere hand en in een cel te versterven oud op een houten bank. Vorige Volgende