Verzamelde gedichten(1941)–H. Marsman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] De overtocht De eenzame zwarte boot vaart in het holst van den nacht door een duisternis, woest en groot, den dood, den dood tegemoet. ik lig diep in het kreunende ruim, koud en beangst en alleen en ik ween om het heldere land, dat achter den einder verdween en ik ween om het duistere land, dat flauw aan den einder verscheen. die door liefde getroffen is en door het bloed overmand die ervoer nog het donkerste niet, diens leven verging niet voorgoed; want de uiterste nederlaag lijdt het hart in den strijd met den dood. o! de tocht naar het eeuwige land door een duisternis somber en groot in de nooit aflatende angst dat de dood het einde niet is. Vorige Volgende