Aart van der Leeuw
Ik en mijn speelman
Een luchthartige geschiedenis
Niets is misschien moeilijker voor een Hollandsch schrijver dan het componeeren van een inderdaad luchthartig verhaal; en wellicht heeft het enkele feit, dat dit aan van der Leeuw is gelukt, mij onmiddellijk er voor gewonnen.
Want inderdaad: kan men in het huidige Holland iets moeilijkers van een boek vergen, dan dat het, vluchtig desnoods, maar levendig charmeert? Ik ben in veel gevallen, of zelfs in principe één der eersten, om in te zien, dat men van een boek iets essentieelers moet vergen, maar ik dacht, dat de tegenwoordige hollandsche prozakunst nog eerder in staat zou blijken een sterk boek te produceeren dan een charmant. Nu logenstraft van der Leeuw die verwachting, want hij heeft met ‘Ik en mijn Speelman’ een geschiedenis gepubliceerd, die een ononderbroken teere, gracieuse et vluchtige charme heeft; en een sterk boek, is dat er al?
Inderdaad: teeder en vluchtig is dit verhaal, en in hart en nieren romantisch; en zelfs al speelt het in het laat-achttiende-eeuwsche Frankrijk, duidelijk