creetheid, een polemische drift, die uitsluitend gericht was op het bevestigen en verwerven van persoonlijke, veelal morele waarden. Dit zijn nog slechts enkele punten van dit proces, maar zij zijn zo apert en ingrijpend geweest, dat Ter Braak in het eerste jaar van ‘Forum’, vooral in ‘Panopticum’, stukken geschreven heeft, die letterlijk gedrenkt waren in den geest van Du Perron. Ongetwijfeld ging er ook omgekeerd van Ter Braak invloed uit op Du Perron en hebben beiden de wederzijdse elementen persoonlijk en vruchtdragend verwerkt en ten dele reeds overwonnen, maar in de geschiedenis hunner intelligentie in den ruimsten zin van het woord is hij een essentieel element.
Over Ter Braak is, vooral polemisch, zo boeiend te schrijven als over vrijwel geen schrijver van zijn generatie. Zijn denkbeelden uiteenzetten heeft hij zelf al gedaan en waar het bij hem inderdaad zoveel meer om maskers en metamorfosen, om offensieve en defensieve houdingen gaat, om stemval en allure dan om een al dan niet gesloten systeem, daarom is de aangewezen man om over hem te schrijven een polemische, lenige, in snel en genuanceerd, emotioneel denken getrainden geest. Als het ooit tot een ver-uiteenlopen van hun beider ontwikkeling komt, schrijve t.z.t. Du Perron zijn ‘Uren met Menno ter Braak.’