35
Genoteerd bij het samenstellen van ‘De Korte Baan’. - Wellicht is de neiging der woord-kunstenaars tot het eindeloos schakeren van het enkele woord voortgekomen uit de behoefte de wereld, het leven en den mens klein te zien, misschien ook heeft omgekeerd de verkleining en kleinering der taal de visie van den hollandsen schrijver op het leven verbrokkeld en versmald. Maar waar de oorzaak ook ligt [en vermoedelijk heeft men ook hier met een wisselwerking te doen], de decimering van taal en wereld is het onberekenbaar nadeel die de Beweging van Tachtig het nederlandse proza heeft toegebracht.
Tegelijk hiermee heeft het naturalisme de verburgerlijking en proletarisering van het hollandse proza in de hand gewerkt. De hollandse neiging om de burgerlijkheid niet alleen als een onmisbaar tegenwicht en desnoods als een basis te zien, maar liefst als een toppunt van vaderlandse cultuur [men zie, en met schrik, Huizinga's ‘Nederlands Geestesmerk’] heeft ongetwijfeld ook op de taal haar versjofelenden invloed gehad.
De overgrote gemeenzaamheid onzer omgangsvormen en van de woorden en voornaamwoorden waarvan deze omgang zich bedient, drukt haar stempel ook op de litteratuur. Bedenkt men daarbij dat het voorschrift jarenlang luidde, dat men diende te schrijven zoals er - en door wie! - werd gesproken, inplaats van omgekeerd in een tijdperk van zoveel platvloersheid er op aan te dringen dat men zoveel mogelijk zou trachten te spreken, zoals de besten hier schreven, dan kan men er alleen nog maar