waarde, want wat is zij anders, in het beste geval, dan een welwillend begrip? Zij onthoudt ons het wezen van alle critiek, zij onthoudt ons de scheppende kern. Want alle critiek die meer is dan een aankondiging en meer dan een exposé van het onderscheiden object, geeft behalve dat voorwerp zichzelf - fel en ten voeten uit twee mensen in plaats van éen; zij geeft hun gevecht als zij vijanden zijn en hun liefde ingeval van verwantschap; zij geeft de botsing of het samengaan van twee levens, den slag of den vrede tussen twee werelden.
Alleen een slaaf leest critiek om het oordeel - maar al verwerpt men ieder oordeel als een vooroordeel, al weet men dat de inzichten en uitspraken der critici niet alleen onderling maar in zichzelf volkomen tegenstrijdig kunnen zijn, altijd geeft een subjectieve critiek twee levende wezens te zien, de objectieve alleen éen dood portret.