Critisch proza
(1979)–H. Marsman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 563]
| |
zijn, maar dat zij, op een gegeven moment, niet juist zijn. Ik heb volmaakt bewust dingen beweerd die niet alleen Verwey en andere Hollanders vóor mij hebben gezegd, maar ook stellingen herhaald van Poe, van Goethe, van Baudelaire - van wie niet? - omdat zij hervormd en in andere combinaties nu weer van kracht zijn. De critiek die ontdekt: ‘hij herhaalt Verwey, hij herhaalt etcetera’, was jammer voor haar onvolledig en jammer voor mij kortzichtig. Het wijzen op invloeden, gecombineerd met het niet-vermelden van andere, die gewoonlijk gewichtiger zijn, is overigens het kenmerk van slecht-onderlegd zijn, van een slordige intuïtie en een halve wetenschap. |
|