Tafel der Psalmen, daer de wijsen der Lofsanghen op accorderen.
Op den 8. Psalm accordeert, het tweede lofsang Mosis beginnende, Du hemels throon, etc.
Op den 12. Psalm accordeert, het lofsang Davids, beginnende, O eewig God, etc.
Op den 18. ende 144. het eerste lofsang Mosis, beginnende, Ick wil den Heere, etc.
Op den 23. het gebet des Heeren, ende de artickelen des geloofs, beginnende d'een Ons' Vader trou, etc. Ende dander, Ick g'loof in God, etc.
Op den 28. ende 119. het lofsang Ezechie des Conincx, beginnende. Doe God vertoirnigt, myne dagen, etc.
Op den 35. het lofsang Ione, beginnende, In swaren anxt end bitter smert, etc.
Op den 42. het eerste lofsang Esaie, beginnende, Ick wil mijnen liefsten singen, etc.
Op den 50. het lofsang Abacucs, beginnende, O Heer ick, etc.
Op den 65. ende 72. De prophecye des lijdens Christi, Esa. 53. beginnende, Wie is die ons gehoor sal geuen.
Op den 66. ende 118. het derde lofsang Esaie, beginnende, Nu hebben wy een vaste stede.
Op den 80. het lofsang der Engelen, beginnende, Ind' hoogste heemlen sy den Heere.
Op den 89. Het lofsang van Deborah, beginnende, Loift God den Heer, die wraeck, etc.
Op den 102. het gebet Danielis, beginnende, Lieue Heere God Almachtich.
Op den 129. het lofsang Salomonis, beginnende, Geloift zy God, de Heer, die eewich leeft.
Op den 137. het lofsang Zacharie, beginnende, God Israels de Heer sy hooch gepresen.
Op den 140. De tien geboden, beginnende, Ick ben de Heer dyn God genadich, etc.