Nochtans een christen(1962)–A. Marja– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 155] [p. 155] Sneuvelend De dood bezit al lang geen speeltuig meer, hij is geen eenling met een zeis die blinkt, zijn greep rijst uit een leger dat naar leer en zweet en schroeiend vlees en etter stinkt. Soms heb ik 's nachts de maan mijn nood geklaagd, soms riep ik haar die onder 't hart mij droeg en dacht: god moet wel zijn als zij, hij vraagt: mijn jongen, lig je zo wel warm genoeg? Ik had zo graag nog allerlei gedaan, zo lang het hart slaat, spreekt het ook van plicht, maar achter mij zie ik een ander staan, en hij gelooft nog in wat voor hem ligt. (Klabund, 1890-1928) Vorige Volgende