Nochtans een christen(1962)–A. Marja– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 144] [p. 144] De speelman uit Dooney Als ik op mijn viool speel in Dooney danst het volk als de deinende zee, - mijn neef en mijn broer werden beiden bevestigd als dorpsdominee. Mijn neef en mijn broer hebben beiden de duistere heilsleer doorzocht, - ik studeerde alleen in de liedjes die ik eens aan een marktkraampje kocht. En wanneer wij, aan 't eind van ons leven, voor Petrus' domein zullen staan, dan zal van de drie oude zielen die van mij het eerst door mogen gaan. Want slechts zij die goed zijn, zijn vrolijk, daardoor maakt de speelman zijn kans: zij die vrolijk zijn houden van dansen, en zonder de speelman geen dans! En als 't volk mij daar binnen ziet komen, klinkt het eensgezind en tevree: ‘Ha, daar heb je de speelman uit Dooney!’ en men danst als de deinende zee. (William Butler Yeats, 1865-1939) Vorige Volgende