Nochtans een christen(1962)–A. Marja– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 115] [p. 115] Ritter von Steckenpferd Over de heuvels kom 'k gereden recht in het zadel, dwars door 't dal, zo ben ik boven, zo beneden, over de loper naar overal. Dwars door ravijnen, over kloven, mijlen en mijlen van de stal, naar beneden en naar boven, nu langs de sofa naar overal. Recht in 't zadel geef 'k de sporen, als 'k niet vlug ben, ben 'k verloren, ijlings buig ik me naar voren: floot een kogel langs mijn oren? St, ik mag niet de buren storen. Hup, Mazeppa, over die sloot! Zo ben ik boven, zo beneden, ver van dorpen, ver van steden, door ravijnen en over kloven, maar nu de gang in: ruik ik de oven? Nee, ik jaag moedig alle wrede rovers, pief, paf, in de dood! Braaf, Mazeppa, flink gereden, hier, een klontje, ik ben tevreden, en 'k eet zelf wel zeven sneden: er is fijn iets warms bij 't brood! Vorige Volgende