Nochtans een christen(1962)–A. Marja– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 114] [p. 114] Am Kamin Het licht is nog niet op, ik kan mijn boek niet langer lezen, ik heb het even geprobeerd bij 't schijnsel van de haard. Daar tranen nog mijn ogen van. Fijn om zo stil te wezen dat je het zachte knappen hoort van 't vuur waarin je staart. Straks komt mijn vader thuis, hij zou kastanjes voor me kopen; hij legt die, in de kolenschep, voorzichtig in de vlam. Dat knapt wel heel wat harder, nou! Het deurtje blijft dan open en als ik ze op een bordje heb, blaas ik mijn lippen lam. Een indiaan bij 't vuur op wacht: zo wil ik me nu voelen. Wie sluipt daar door de struiken heen? Wat kermt er in het riet? Is het nog middag? Wordt het nacht? Dat zijn gewoon de stoelen! Ik ben hier toch wel erg alleen. Maar bang? O nee, dat niet. Vorige Volgende