Nochtans een christen(1962)–A. Marja– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 113] [p. 113] Traeumerei Hoe ver is toch een ster, hoe lang reist het licht van de maan tot het aankomt op 't behang? Waarom val ik niet om, als de grond altijd beweegt; ik blijf staan en de wereld draait immers rond! In bed is het soms net of 'k veel kleiner ben dan een muis; en niet omdat ik dat speel! En dan word ik een man, zelfs een reus, zwevend ver buiten het huis, en ik lig in bed. Kan dat heus? Hoe zoet smaakt het bloed, als 'k een tand zachtjes los zit te wrikken, of ook als ik, au, me snijd in mijn hand. Ik leer steeds maar meer. Als ik groot ben, weet ik vast alles en rook net als vader. En moet je dan dood? Een ster is wel heel ver, maar misschien is de hemel daar achter gebouwd, zo hoog dat geen mens 't kan zien. Wat raar dat ik daar... ja, het proeft echt zoet en ook wel wat zout, en nu ben ik een beetje bedroefd... Vorige Volgende