Nochtans een christen(1962)–A. Marja– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 77] [p. 77] Het liefste sterft Het lichaam liep te roepen in de nacht, het had al bij een oud bombardement het hoofd verloren, haken hingen in de schoudergewrichten, dus het roepen kwam niet uit een mond, maar meer uit die gewrichten: het had ook veel van verroest gepiep. De benen leden ruikbaar aan gangreen, maar het was lente en de meidoorn nam iets van de stank weg; is dat niet aandoenlijk? en waar het lichaam langs gekomen was glansde het maanlicht in een zilverspoor van druppels zaad die onweerhoudbaar lekten. Men kan het nagaan maar gelooft het niet; het hoeft ook niet, men ga maar rustig slapen: ik blijf nog wel wat op de dakrand zitten en breng verslag uit van: het lichaam liep te roepen in de nacht, het had al bij een oud bombardement het hoofd verloren. Zo ga ik verder ad infinitum, of, als dat al te ver is, tot het licht de maan verbleekt, het spoor is opgedroogd, de zieke benen weer in bedden liggen, zoals het hoort, en wat er roept of piept, men kan het rustig laten roepen, piepen. Het liefste sterft, wat doet het er dan toe? Vorige Volgende