Nochtans een christen(1962)–A. Marja– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] Oud 1947-'57 [pagina 41] [p. 41] Ik Omdat ik nu zo lang ben rondgegaan, omdat ik voor de spiegel heb gestaan - omdat ik bij mijn vader heb gewaakt totdat hij in een nanacht overleed - omdat ik haar van wie ik eenmaal zong tot moeder van mijn kindren heb gemaakt - omdat ik nooit zal weten wat mij dwong te zijn het wezen dat dit alles deed - omdat ik nooit zal weten hoe ik heet (want wat men namen noemt zijn niets dan kooien waarin men met de vogel ook het lied te vangen waant) - omdat een god mij niet kan redden van de chaos die ik draag in slaap en wakker zijn - omdat ik vraag naar wat neutronen en protonen bindt, naar wat er aan de hemel hangt te flonkren, naar wat er in mijn nieren ligt te kronklen, en in het gras wil buitlen met mijn kind, dat schatert als het mij tracht om te gooien [pagina 42] [p. 42] of vieze woordjes van mij ovemeemt - omdat ik alles wat naar pose zweemt veracht, en toch alleen maar kan poseren (want vorm is pose en het ik is vorm, zo goed als duif, gazelle, regenworm zich in waarneembaarheid manifesteren) - omdat ook als ik niet zou willen zijn ik toch niet meer kan uitwissen dat mijn krachtveld zich slingerde door andre velden - omdat ik nooit geworden ben wat mij het bloed, het hart, de hersenschors voorspelden, spreekt slechts één ding mij vrij - als ik, na nors te hebben doodgezwegen wat soms gezegd wou worden, toch bezwijk, en weer met woorden tracht te overwegen of ik meer lijk dan ben, meer ben dan lijk. Vorige Volgende