Hoofdstuk XIII Een krachtmeting
‘nog even de aarzeling, tussen wel en niet, schelp of breuk, en dan de hete snauw en het verminkte wegsluipen, de verspreiding, oplossing in vluchtvocht, de duisternis als flagrante dageraad, als alles uit de hand glipt’
(nou, nou, híj durft)
‘een volmaakte harde nacht, een kolf in de muil gedreven, astmaties hijgen en bonzen tegen een stinkende aarde aan, een mestgrond’
(kan het geluid wat zachter?)
‘de laatste weerstand, die de gezwollenheid van bepaalde lichaamsdelen, de uitgemergeldheid van andere, tot dan toe welwillend verborgen had, begaf het’
(herhaal dat eens, maar dan droger... já!)
‘de laatste weerstand begaf het’
het verdwijnen van de spanning der spieren is oorzaak van onder andere: dof half-gesloten ogen, slappe gerimpelde wangen, haperingen van het lichaam zoals een flauwe bevende spraak, langzame moeilijke ademhaling, eindelijk in gereutel overgaande, en een verlamming van de slokdarm zodat vloeibare stoffen met een borrelend geruis in de maag vallen en vaste spijzen blijven steken