Het zangeresje aan de Maas of Vervolg op het kransje van letterbloempjes(1794)–Gerrit Manheer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] Het Nederduitsch zangeresje aan den boort der Maas. Het dichtlievend meisje. Wys: Lubin est d'une figure. Uit de opera. Annette & Lubin. Zoude een man myn hart bekooren! En ik mynen kostbren tyd, In de schyn-vermaaken smooren? Neen, u blyft myn ziel gewyd Dichtkunst, uw verstandig streelen Kieze ik boven 't min-vermaak, Gy, gy kunt geneugten deelen, Van een Goddelyken smaak: U wil ik beminnen. Neen huwelyks vreugd! Nooit boeid gy myn zinnen In myne jeugd. [pagina 2] [p. 2] By uw, leezenswaarde Boeken, Schatten van het edel brein, Kan ik ruimer wellust zoeken; Wat is uwe blydschap rein! Dierelyke minvermaaken Zyu één oogenblik van zoet; Doch al' wat zy na doen smaaken Is een eeuw van gal en roet. De vruchten der Dichters Behaagen my 't meest, Zy strekken verlichters Voor mynen geest. In myn dichtçel neêrgezeten, Opgetoogen door den toon Van Bataafsche puikpoëeten, Voeld myn ziel het waare schoon Van haar Goddelyke zangen; Dan ontvonken zy myn vuur, Niet het vuur van min verlangen: Neen een' gloed van beter duur; Dan voert het vermoogen Der streelende kunst, Myn ziel naar den hoogen, o Hemelgunst! [pagina 3] [p. 3] Laat Ismeene Damon streelen, En hem koestren in heur schoot; Hy kan haar dat zoet niet deelen, Dat my reeds de Dichtkunst bood: Dirze mag myn keus mispryzen, Daar heur hart van liefde kwynd, Ik doe myne toonen ryzen, Daar de kunst den smaak verfynd; Geen liefde, geen lustjes, De Dichtpen zoo eêl, Verkies ik voor kusjes En mingestreel. Vorige Volgende