Het zangeresje aan de Maas of Vervolg op het kransje van letterbloempjes
(1794)–Gerrit Manheer– AuteursrechtvrijGerrit Manheer, Het zangeresje aan de Maas of Vervolg op het kransje van letterbloempjes. N. van Eysden & Comp., Dordrecht 1794
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 6 E 36, via Early Dutch Books Online
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Het zangeresje aan de Maas of Vervolg op het kransje van letterbloempjes van Gerrit Manheer uit 1794.
redactionele ingrepen
p. 79: in het origineel is een gedeelte van de tekst slecht leesbaar. De redactie heeft de tekst tussen vierkante haken aangevuld.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (p. *1v) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina *1r]
HET ZANGERESJE AAN DE MAAS.
OF VERVOLG OF HET KRANSJE VAN LETTERBLOEMPJES.
EERSTE VERVOLG.
Te DORDRECHT,
Bij N. van EYSDEN & Comp.
MDCCXCIV.
[pagina 81]
Bladwijzer.
Bladz. | |
---|---|
HET DICHTLIEVEND MEISJE.
Zoude een man mijn hart bekooren. |
1 |
MELPHOMENE & THALIA.
Ik span de lier op hooge toonen. |
4 |
ZOO NIET GEMEENT.
Een zeker Predikant, geleerd in alle deelen. |
6 |
HET KANEELMAAL VAN CUPIDO.
't Was Feest, de Goden kwamen saam. |
8 |
DE MISLEIDE MOEDER TOT HAAR WICHTJE.
Een oogenblik van zoet vermaak. |
15 |
AAN DE NACHTEGAAL.
o Zanggezinde Philomeelen. |
17 |
DE OOGENBLIK VAN VREUGD.
Ik heb een oogenblik beleeft. |
19 |
HET TIJDSTIP VAN GELUK.
Een nagt werd mij geschonken. |
21 |
[pagina 82]
Bladz. | |
---|---|
EEN KUSJE EN NIETS MEER.
Volschoone Maagd, voor uwe poezle voeten. |
23 |
ARIA.
Het hart waar over Deugd gebied. |
24 |
HET NIEUWE LEDIKANT.
Een gierigaart gewoon te schrapen. |
25 |
HET LICHTE MAANTJE.
Hoor Rozemond, hoor Rozemond. |
27 |
EEN VRAAGJE.
Lieve Dafne, ik moet u vraagen. |
29 |
HET OORLOG.
Werd ooit een Monsterdier geteeld. |
31 |
DE VREEDE.
o Zagte Vreede! o dierbaar pand. |
33 |
KAATJES STILZWIJGENTHEID, OF GENOEG GEZEGT ZONDER SPREEKEN.
Laatst klaagde aan mij, de blonde Kaa' |
35 |
DE GIERIGE JACO.
Spaaren, spaaren, altijd spaaren. |
37 |
HET SENTIMENTEELE GRIETJE BIJ HET GRAF VAN JAN.
Helaas! nu is mijn Jan lief dood. |
40 |
EEN GELUKKIG STERVELING.
'k Verlaat het woelend stadsgewoel. |
42 |
DE BATAVIER.
Wat is het kenmerk der Bataven. |
45 |
[pagina 83]
Bladz. | |
---|---|
EEN BOQUETJE VOOR MAMA.
Laatst was Cupido gestreeken. |
47 |
DE LEEUWEN. (eene fabel.)
De hougerige Wolf, in 't rooven stout ervaaren. |
49 |
APOLLO OP REIS.
Apol verliet den Helicon. |
52 |
DE MISREKENING.
Febus reeds uit zee gerezen. |
55 |
DE STILLE IN DEN LANDE.
De een kroond men met den naam van Kees. |
57 |
BIJ HET SMERTELIJK AFSTERVEN VAN MIJNJEN LIEVEN HONT PRINS.
Helaas! mijn lieve trouwe Hont. |
60 |
HET HEIL DER LIEFDE.
De liefde doet ons vrolijk leven. |
62 |
DE ONGELOVIGE.
Dat ik mij zelf, van liefde dronken. |
64 |
EEN WONDERE GEBEURTENIS.
God Jupijn, die bliksem - voerder. |
66 |
DE EENVOUDIGE TISBE.
Tisbe had nu reeds de jaaren. |
68 |
HET VADERLANDJE LIEF EN ALLE MOOIJE MEISJES.
Wie kan 't lieve Meisje haten. |
71 |
ZANG.
Lang, lang leev' de Batavier. |
73 |
[pagina 84]
Bladz. | |
---|---|
TWEE BEKOORLIJKHEDEN.
Deze aard' schenkt twee Bekoorlijkheden. |
74 |
GEZELSCHAPS - ZANG.
Wie zou 't gezelschap niet beminnen. |
76 |
EEN GEBEDJE.
o Lieve Moeder van de min! verschoon. |
78 |
SLOTZANG.
o Zangkunst! die de zorg en smart. |
79 |