Kransje van letter-bloempjes, voor Neerlandsch jufferschap(1790)–Gerrit Manheer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Het toegestaan verzoek. Wijze: Colijn vroeg aan zijn zielsvriendin. Dameet verzogt aan Galathee Slegts, om een paartje malsche kusjes, Doch, hoe hij smeekte en wat hij dee, Het meisje riep gestaâg, tot flusjes! - Zij bleef even straf, Sloeg gestaâg hem af, En voede vast zijn minnelustjes. bis. * * * Hij plukte 't beste bloemgewas, Dat in zijn roozenhofje groeide. Noch kwam Dameet niet in de kas; Schoon ze in 't geheim van liefde gloeide. Het was al om niet, Daar ze' om zijn verdriet, In het minste, zich niet vermoeide. bis. * * * Hij smeekte, wat hij smeeken kon, De stuursche liet hem troostloos klaagen; Dan, eindlijk, aan een koele bron, Smeekt hij haar weêr, in 't morgendagen; Zij bleef even wreed, Doch, toen sprak Dameet: Ik zal het u niet meerder vragen! - bis. [pagina 34] [p. 34] * * * Dat woord klonk haar te hard in 't oor, Zij dagt, ik moet mijn veinzen staaken. Kom, zei ze, ik geef uw klagt gehoor, Doch, om zijn glorie te volmaaken, Sprak hij, schoone neen! Ik ga spoedig heen, Uw kusje zou mij nu niet smaaken. bis. * * * Toen viel zij zelf hem om den hals! En schonk, terwijl haar hartje blaakte, Hem honderd kusjes zagt en malsch, Die zijn verliefden wensch volmaakten, En hij, al het zoet In overvloed, Op Galatheetjes lippen smaakten. bis. Vorige Volgende