Kransje van letter-bloempjes, voor Neerlandsch jufferschap(1790)–Gerrit Manheer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Liefde boven wijn, Wijze: En vous voitant. Of: St. Nicolaas. Weg met den wijn, Zij kan mijn zinnen niet vermaken; Weg met den wijn, Zij kan mij tot geen trooster zijn, Zoo lang ik niet op Philis kaaken, Het allerzoetste zoet mag smaaken, Waarom ik kwijn. Stop, stop de vles, En laat uw Nectar niet verschalen; Stop, stop de vles, Ik lach o Bachus met uw les! Zoo lang ik niet mag zegepraalen, En in het roozegaartje dwaalen, Van mijn voogdes. Wat baat uw kroes? Al is hij boordenvol geschonken, Wat baat uw kroes? Wat nut geeft ons een brave roes? De reine min is nimmer dronken, De held, die met lauwrier wil pronken, Weêrstaat uw toets. [pagina 23] [p. 23] Godin der min! Uw heilig ik mijn outaar - geuren. Godin der min! Lei mij uw roozentempel in. Laat Philis mij dien waardig keuren! Godin, doe mij niet langer treuren, Zijt mijn Vriendin. Dat Bachus roem', Ik spot met al zijn snorken, raazen. Dat Bachus roem', Zijn vreugd de bron der wellust noem', Ik lach met al zijn vlessen, glazen, 'k Wil liefst gelijk een bijtjen azen, Op Philis bloem. Wat evenaard Dat middelpunt van zaligheden! Wat evenaard De zoetheid, die ge o Liefde baard! Op Philis boezem neêr gegleeden, Spreid gij een gloed door mijne leden, Aanbiddens waard. [pagina 24] [p. 24] Wanneer ik moê Van in den hof der min te slaven; Wanneer ik moê, U wenk, reik mij dan 't glaasje toe, Wil dan o god des wijns! mij laven, Dan koomt een teugjen van uw gaven, Mij billijk toe. Vorige Volgende